Eerder deze maand riep David van Weel, minister van Justitie en Veiligheid, Nederlanders ook al op een noodpakket in huis te halen. Onderzoeksbureau Ipsos I&O onderzocht in hoeverre deze oproep effect had. Uit het onderzoek bleek dat slechts 24% van de Nederlanders een noodvoorraad in huis heeft. Voor veel mensen voelt de oorlog in Oekraïne als een ‘ver-van-mijn-bed-show’, waardoor ze de oproep niet serieus nemen.
In landen die dichter bij Rusland liggen, zoals Litouwen, halen mensen ook hun schouders op bij de oproep van de Europese Commissie. Niet omdat ze de dreiging niet serieus nemen, maar omdat men daar al veel verder is in de voorbereiding op een conflict dan alleen het inslaan van noodvoorraden.
Burgermilitie
Zo ook de Litouwse Monika Gansauskė. Ze vertelt dat ze sinds 2022 al een noodpakket in huis heeft. “We wonen zo dicht bij Rusland dat we het risico niet kunnen nemen onvoorbereid te zijn. Er heerst de angst dat wij zomaar de volgende kunnen zijn.”
De voorbereiding op een invasie stopt voor Gansauskė niet bij alleen een noodvoorraad in huis. De jonge moeder is lid van een burgermilitie (Lietuvos Šaulių Sąjunga). Leden van de militie ontvangen militaire training zodat ze de Litouwse strijdkrachten kunnen ondersteunen bij noodsituaties en bijdragen aan de bescherming van de nationale veiligheid. “Het is gewoon essentieel om voorbereid te zijn,’’ vertelt ze.
Ook op haar werkplek, een universiteit in Litouwen (LCC), is al nagedacht over een invasie. Zo heeft de universiteit een ondergrondse verdieping die tijdens bombardementen als schuilkelder kan dienen.
Niet naïef
Gansauskė merkt dat zij geen uitzondering is in Litouwen als het gaat om de voorbereidingen die ze treft. “Misschien is het mijn sociale bubbel, maar in mijn omgeving nemen mensen de dreiging heel serieus.’’
Zo ook de Litouwse overheid, die hebben een speciale app ontwikkeld waarin inwoners worden ingelicht wat ze moeten doen in geval van een noodsituatie. Daarnaast zijn er televisieprogramma’s en fysieke trainingen waarin wordt uitgelegd wat er in een noodpakket moet zitten en hoe je jezelf en je familie kunt beschermen tijdens een invasie.
Voor Gansauskė en de rest van Litouwen is de situatie duidelijk: de wereld is veranderd, en dat vraagt om een andere manier van denken over veiligheid. “Hulp kan vertraging oplopen, of misschien komt er helemaal geen hulp.” We zien hoeveel moeite het kost om EU-steun voor Oekraïne te regelen en de interne discussies binnen de NAVO. We moeten daarom niet naïef zijn en denken dat we zelf niks hoeven te doen.”
Geleerde lessen
Dat lang niet alle Nederlanders de dreiging serieus nemen, begrijpt ze wel, maar dit vindt ze niet geheel terecht. “Psychologisch gezien voelt de oostelijke grens van de EU heel ver weg als je in Nederland woont. Maar door moderne oorlog technologieën betekent dat niet dat je veilig bent. Drones, cyberaanvallen, nucleaire dreiging, grenzen zijn niet meer zo relevant als vroeger.”
Haar advies is simpel maar duidelijk: neem de oproep om noodvoorraden in huis te hebben serieus. “Het is beter om voorzichtig te zijn dan achteraf spijt te krijgen. Ik denk dat mensen in Nederland die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, als die nog leven, dit met mij eens zijn. In Litouwen zijn we die les in elk geval niet vergeten. Hier weten de mensen dat de luxe van veiligheid niet vanzelfsprekend is.”