Nederland wil fossiele subsidies op Europees niveau afbouwen

Nederland wil in Europa het voortouw nemen om fossiele subsidies af te bouwen. Minister Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei neemt onder andere het emissiehandelssysteem (ETS) en de Energiebelastingwet onder de loep.

3 min. leestijd
Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei. Bron foto: Europese Raad en Raad van de EU

Het Nederlandse kabinet wil dat Europa meer doet om fossiele subsidies af te bouwen. De CO₂-uitstoot moet omlaag, en dat kunnen we niet in ons eentje. Om te voorkomen dat bedrijven naar het buitenland ontsnappen moeten in de hele EU dezelfde regels gelden, vindt minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (VVD).

Minder subsidies!

In Nederland wordt de fossiele sector momenteel grootschalig gesubsidieerd. Vorig jaar bleek dat bedrijven in deze sector jaarlijks 40 tot 46 miljard euro subsidie toegekend krijgen per jaar. In de hele EU zijn deze bijdragen de laatste decennia alleen maar gegroeid. Toch heeft het kabinet-Schoof in het regeerprogramma aangegeven dat fossiele subsidies moeten worden afgebouwd. Het doel? De Nederlandse CO₂-uitstoot verminderen en energie besparen.

Bij het woord ‘subsidie’ moet je in deze context overigens niet denken aan directe geldsommen die bedrijven in de fossiele sector op hun rekening krijgen, maar eerder aan belastingvoordelen, prijssteun en overheidsinvesteringen in de fossiele industrie. 

Concurrentiepositie in gevaar 

Als je de financiële voordelen voor bedrijven in Nederland verlaagt, maar niet in de rest van Europa, komt de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in het gedrang. Bedrijven in de fossiele sector in andere lidstaten kunnen van lagere kosten blijven genieten, wat hen een voordeel geeft op de fossiele markt. Het risico dat bedrijven dan uit Nederland weggaan is reëel, en dat is weer slecht voor de Nederlandse schatkist. 

Daarom wil minister Hermans (VVD) dat de afbouw van fossiele subsidies in Europees verband gaat gebeuren. Dit wil ze voornamelijk voor elkaar krijgen door middel van het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Binnen dit systeem krijgt de uitstoot van broeikasgassen een prijs, want bedrijven kunnen zogenaamde ‘emissierechten’ kopen en verkopen. 

Gratis uitstootrechten op de schop

Binnen dit systeem worden soms ook nog gratis rechten aan bedrijven weggegeven, voornamelijk om te voorkomen dat ze naar landen buiten de EU verhuizen. Het Nederlandse kabinet wil dat dit zoveel mogelijk wordt afgebouwd, en gaat zich inzetten om “zoveel mogelijk emissies afkomstig van het gebruik van fossiele brandstoffen onder het ETS te beprijzen”. Als voorbeeld noemt Hermans de gratis rechten voor fossiele stadswarmtecentrales. “Hier bestaat geen risico op koolstoflekkage”, legt ze uit, “de gratis rechten zorgen ervoor dat duurzame warmtebronnen minder aantrekkelijk zijn”.

Voor Nederlandse bedrijven is het voordelig om die gratis rechten op te schorten, legt minister Hermans uit. Want voor veel sectoren die deze nu toegewezen krijgen, gelden in Nederland nationale CO₂-heffingen. Dit is bijvoorbeeld zo bij afvalverbrandingsinstallaties.

Minister Heinen aan het werk

Er is nog een andere window of opportunity waar minister Hermans de opschorting van fossiele subsidies gaat proberen door te voeren. Volgende week, op 10 december praat minister Heinen van Financiën (VVD) met andere Europese ministers over de Richtlijn Energiebelastingen (ETD). Verschillende clausules van deze Europese wet bepalen ook dat de fossiele brandstofindustrie weinig of geen belasting hoeft te betalen. Als het aan Nederland ligt, is het zo snel mogelijk over met die pret.

Wel moet de minister van Financiën het doel niet uit het oog verliezen, waarschuwt minister Hermans: de afschaffingen moeten “een effectieve en efficiënte transitie naar een klimaatneutraal, welvarend en concurrerend Europa” dienen.