Willen wij meer of minder Europa? “Minder, minder!”, schreeuwde PVV-leider Geert Wilders jarenlang. Nederland moest weer ‘soeverein’ worden, en Mark Rutte zou altijd “bij het kruisje tekenen” in Brussel. Maar ging dat anders toen de PVV zelf in de regering zat? Nee, blijkt uit onderzoek van Follow the Money.
Het begon al in het hoofdlijnenakkoord: daarin spraken de partijen af dat Nederland een “constructieve partner in de EU” zou blijven. De uitleg destijds was dat Nederland ook als constructieve partner “vaker op de rem” zou kunnen trappen. In de praktijk gebeurde dat nauwelijks. In de periode dat de PVV deel uitmaakte van het kabinet, stemde Nederland in de Raad van de Europese Unie tijdens 74 stemmingen over verordeningen, richtlijnen en besluiten maar liefst 73 keer vóór. Alleen bij de goedkeuring van de EU-begroting voor 2025 onthield Nederland zich van stemming.
Anti-Europa
Hiermee tekende het kabinet procentueel vaker “bij het kruisje” (98,6 procent) dan onder zowel Rutte I (94,3 procent), Rutte II (94,9 procent) als Rutte III (96,7 procent). Betekent dit dat de PVV nu opeens pro-Europa is geworden? Daar lijkt het niet op. Twee weken geleden, tijdens het jaarlijkse Kamerdebat over de Staat van de Europese Unie, herhaalde PVV-Kamerlid Gidi Markuszower de bekende oneliners. Nederland moet weer baas worden in eigen land; Brussel zou bestaan uit ongekozen bureaucraten met “waanzinnige, bijna heidense dictaten”. Hij beloofde dat de PVV, zowel hier in het parlement als in internationale gremia zoals de EU, altijd het Nederlandse belang op één zou zetten.
Lees hier het onderzoek van Follow the Money.
Van een vuist op tafel tot ‘The Caspar proposal’. Nadat PVV zich terugtrok uit de coalitie, maakten we de Europese balans op: Wat bereikte kabinet-Schoof in Europa en wat niet? Lees hier onze terugblik.