Samen met zestien andere EU landen heeft Nederland grote zorgen over recente grondwetswijzigingen Hongarije geuit. Deze wijzigingen aan de Hongaarse grondwet vormen een risico voor fundamentele rechten en vrijheden van burgers. Deze maken het bijvoorbeeld mogelijk om deelnemers en organisatoren van Pride-evenementen een boete te geven. Hierbij zou volgens de wetgeving ook gezichtsherkenning gebruikt mogen worden. Volgens de Hongaarse regering zijn deze wetten nodig om kinderen te beschermen.
Volgens de Nederlandse regering en die van zestien andere Europese lidstaten vormen de Hongaarse grondwetswijzigingen een directe bedreiging voor de vrijheid van expressie, vreedzame vergadering en privacy. Ze roepen Hongarije op om deze maatregelen terug te draaien, omdat ze diametraal tegen de fundamentele waarden van de EU in gaan. In artikel twee van het Verdrag betreffende de Europese Unie staan vrijheid, gelijkheid en respect voor mensenrechten als centrale waarden.
Artikel 7
Tineke Strik, Europarlementariër voor GroenLink-PvdA, verwelkomt het initiatief: ”De Raad moet na de hoorzitting van vandaag concrete stappen zetten om de koers van Orbán te veranderen.” In de Europese Raad Algemene Zaken wordt namelijk het activeren van artikel zeven besproken. Artikel zeven is een mogelijkheid van de EU om Hongarije buiten spel te zetten door hen het stemrecht te ontzeggen. Wanneer een EU-land de fundamentele waarden niet naleeft, kan dit zware middel worden ingezet.