De NAVO overweegt om de defensie-uitgaven van NAVO-landen aanzienlijk te verhogen. Het voorstel: landen zouden jaarlijks vijf procent van hun bruto binnenlands product (bbp) moeten investeren in defensie en veiligheid. Dit is meer dan een verdubbeling van de huidige NAVO-norm van twee procent.
Het voorstel komt op tafel tijdens de NAVO-top in Den Haag later deze maand, waar regeringsleiders een definitief besluit nemen. Volgens NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte is er brede steun onder de NAVO-landen, hoewel er nog onderhandelingen plaatsvinden over de invulling en het tempo van de verhoging.
5 procent?
Het plan beoogt dat 3,5 procent van het bbp wordt besteed aan directe militaire uitgaven, zoals personeel, materieel en wapensystemen. De overige 1,5 procent zou gaan naar defensiegerelateerde investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur en cyberveiligheid. De precieze definities zijn nog onderwerp van discussie.
Niet alle NAVO-lidstaten zijn even ver in hun defensie-inspanningen. Waar 23 van de 32 landen deze zomer naar verwachting de bestaande norm van twee procent halen, blijven anderen, zoals Spanje en Italië, achter. Voor deze landen zal een snelle sprong naar vijf procent extra uitdagend zijn.
Ook voor Nederland zal het niet makkelijk zijn om de nieuwe norm – als ze deze maand akkoord gaan – te halen. De Nederlandse defensie-uitgaven zijn de afgelopen tien jaar flink gestegen. Van 8 naar 22 miljard euro. Om aan de norm van 3,5 procent van het bbp te voldoen, zou Nederland jaarlijks mogelijk zo’n 19 miljard euro extra moeten uitgeven aan defensie. De precieze hoogte hangt af van hoe defensie-uitgaven worden gedefinieerd en hoe het bbp zich ontwikkelt.
Demissionair premier Dick Schoof zei tijdens zijn wekelijkse persmoment dat er nog geen afspraken binnen het kabinet zijn gemaakt over het Nederlandse standpunt ten aanzien van de NAVO-norm. Wel spreekt Schoof uit dat eenheid binnen de NAVO belangrijk is.
Capaciteiten
Naast de uitgavennorm bespreken NAVO-ministers ook nieuwe militaire capaciteitsdoelen. Daarbij ligt de nadruk op zaken als lucht- en raketverdediging, langeafstandswapens, mobielere grondtroepen en verbeterde logistiek. Deze plannen moeten ervoor zorgen dat de NAVO snel kan reageren op mogelijke bedreigingen aan de oostflank.