Tijdens het debat uitten verschillende Kamerleden hun bezorgdheid over de invoering van een digitale euro. Pepijn van Houwelingen (FvD) erkent de voordelen, maar waarschuwt voor mogelijke machtscentralisatie. “De ECB zal alle transacties gaan goedkeuren.” Van Houwelingen is bovendien sceptisch over de belofte dat de digitale euro niet programmeerbaar zal zijn: “Is het niet juist inherent aan een digitale euro dat hij programmeerbaar is?” Daarmee doelt hij op het feit dat de Europese Centrale Bank zou kunnen instellen dat digitale euro’s bijvoorbeeld niet aan sigaretten mogen worden besteed.
Ook Henk de Vree van de PVV mengt zich in het debat. Hij is benieuwd of de nieuwe minister een andere visie op de digitale euro heeft dan het vorige kabinet. De Vree geeft aan dat de PVV “uiteenlopende gedachten over de digitale euro” heeft, maar “niet uitermate staat te springen” voor de invoering ervan.
Consumptiegedrag sturen
In zijn reactie benadrukt Minister Heinen dat de digitale euro hem “aan het hart gaat”. Hij zegt dat het altijd goed is om kritisch te zijn op nieuwe technologieën. “Als je die houding aanneemt en coalities smeedt in Europa, kun je ook echt bakens verzetten.”
Heinen verduidelijkt daarbij de Nederlandse positie in de Europese besluitvorming: “Nederland heeft geen vetorecht over de digitale euro, het gaat via gekwalificeerde meerderheid.” Desondanks zet de minister zich in voor privacy en non-programmeerbaarheid, waarbij hij samenwerking zoekt met gelijkgestemde landen.
Over de programmeerbaarheid is de minister duidelijk: “De programmeerbaarheid die we niet willen, is bestedingsdoelen. Dat u dus een bepaald product niet mag kopen. Of dat er vervaltermijnen komen waardoor de waard van uw munt vervalt. Dat zijn allemaal manieren om consumptiegedrag te sturen en daar zal ik nooit voor tekenen. Maar daar is niemand naar op zoek.”
Hij maakte wel onderscheid tussen ongewenste vormen van programmeerbaarheid en nuttige toepassingen: “Dat mensen zelf dingen kunnen programmeren, zoals maandelijks automatisch geld naar de kinderen overmaken, is een andere vorm van programmeerbaarheid die wel moet kunnen.”
Zeg nooit nooit
Ondanks de toezeggingen van de minister, bleef Van Houwelingen huiverig. Hij vroeg of de minister kon uitsluiten dat het in een later stadium technisch mogelijk zou zijn om ongewenste programmeerbaarheid in te bouwen.
Heinen: “Het eerlijke antwoord is dat ik dat niet kan weten. Dat is een beetje als ‘kunt u uitsluiten dat het morgen gaat regenen.'” Hij voegt toe dat de ECB de digitale euro technisch wel zodanig wil inrichten dat het ook in de toekomst niet mogelijk is.
Om de zorgen verder te adresseren, licht de minister toe dat het kabinet werkt aan een acceptatieplicht voor contant geld. “Zelfs als de digitale euro er zou komen, blijft er altijd een alternatief. Dat zelfs als ik de heer Van Houwelingen kan overtuigen dat die munt helemaal deugt, hij nog kan zeggen ‘het voelt toch niet lekker, ik betaal liever cash.'”
Geen Boedapest
Een dag na de bijeenkomst van de Eurogroep vindt er een informele bijeenkomst met alle EU-ministers van Financiën plaats in Boedapest. Minister Heinen gaf aan hier niet persoonlijk bij aanwezig te zullen zijn, maar een hoge ambtenaar te sturen.
Tjebbe van Oostenbruggen (NSC) vindt dat de minister alleen afwezig kon zijn als hij “een hele goede reden” had. Heinen verklaart dat hij erg druk is vanwege de naderende Prinsjesdag. Daarnaast lichtte hij toe dat het kabinet, vanwege spanningen over het Hongaarse EU-voorzitterschap, per keer bekijkt of ze een minister sturen naar informele ministerraden in Hongarije. “Het Nederlands belang is daarbij leidend. Als we er moeten zijn, zijn we er, maar als dat niet hoeft, slaan we over.”