Lara Wolters (PvdA): ‘Hongarije niet klaar voor Europees geld’

Het mag dan lijken alsof Hongarije vorderingen maakt het vlak van de rechtsstaat, maar volgens Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) moet de EU zich niet voor de gek laten houden. Op missie in Hongarije zag ze een zorgelijke situatie.

3 min. leestijd
CONT delegation fact-finding mission to Budapest, Hungary – Press Conference .

Een groot deel van de Europarlementariërs zat dan wel in het buitenland, maar een vakantie was het niet. Het was een reisweek voor onze vertegenwoordigers in Brussel. Dat betekent dat ze naar Europese lidstaten gingen, vaak om meer te weten te komen over één specifiek onderwerp. Zo gingen Bert-Jan Ruissen (SGP), Annie Schreier-Pierik (CDA) en Jan Huitema (VVD) met collega’s naar Nederland en ging Vera Tax (PvdA) naar Indonesië.

Lara Wolters, ook PvdA, bezocht Boedapest, Hongarije. Het doel: eens zien of Hongarije het goed genoeg doet om weer toegang te krijgen tot Europees geld.

Europese potjes

Bepaalde potjes met Europees geld zijn voor Hongarije bevroren. Zo zijn er de cohesiefondsen voor lidstaten die het economisch gemiddeld minder doen dan andere Europese landen. En dan is er ook het coronaherstelfonds, bedoeld om landen na de pandemie er weer bovenop te helpen. Hongarije maakt op beide fondsen geen aanspraak meer. De Europese Commissie strafte het land omdat de regering het geld volgens de Europese Commissie alleen voor eigen gewin inzet.

Pas op de plaats

Na een bezoek van de Europese Commissie aan Hongarije, was ze een stuk positiever over de situatie. Hongarije werkt namelijk aan een wettenpakket dat rechtelijke hervormingen voorschrijft. Een goede stap, maar het hoeft nog niks te betekenen, volgens Wolters.

In Hongarije sprak Wolters met oppositieleden, het bedrijfsleven, ngo’s en de regering. Haar conclusie: “De situatie is nog zorgelijker dan we dachten.”

Europees geld wordt volgens Wolters structureel misbruikt. Een voorbeeld is hoe de regering van Viktor Orbán, president van Hongarije, de oppositie behandelt. In Boedapest bijvoorbeeld kan Orbán op weinig steun rekenen. Met als gevolg dat Orbán de stad inmiddels 14 keer zoveel belasting laat betalen als voorheen en dat belangrijke projecten in de stad niet op regeringssteun kunnen rekenen. Tegelijkertijd hoeven de steden die Orbán wel steunen minder te betalen en krijgen ze Europees geld voor allerlei projecten.

Ook internationale bedrijven hebben het zwaar. Ze worden volgens Wolters gewoon weggepest. Een internationale supermarktketen waar Wolters mee gepraat heeft, zegt op een jaar tijd 1200 inspecties gehad te hebben, terwijl dat bij Hongaarse bedrijven veel minder gebeurt.

Hoop

Een nieuw wettenpakket zou hoop brengen. Door de rechtelijke macht in het land te hervormen, moeten dit soort praktijken aangepakt worden. Het is er in een razendsnel tempo doorheen gejaagd, vindt Wolters en dat belooft niet veel goeds. Sinds corona geldt in Hongarije nog steeds een noodwet. Die bepaalt dat de regering meer macht heeft dan normaal. “Dat wettenpakket kan dus zo weer van tafel worden geschoven”, zegt Wolters.

En nu?

Maar wat nu? Wolters en haar collega’s gaan praten met de Europese Commissie. Ze willen voorkomen dat Hongarije zonder daadwerkelijk iets aan de problemen in het land te doen, toch weer kans maakt op Europees geld uit het cohesiefonds en coronaherstelfonds.

“De Europese Commissie en de lidstaten hebben steken laten vallen, want te lang is toegestaan dat de Hongaarse elite zichzelf verrijkte met Europees geld”, zegt Wolters. “Daarom geldt: zolang de situatie in Hongarije niet verbetert, moet de Europese Commissie het been stijf houden en Europese fondsen voor Hongarije inhouden. Het Europees Parlement zal daarop toezien”.