Klink (VVD) wil transparantie containerrederijen

De prijs van zeecontainers is de afgelopen tijd hoger dan ooit. Tegelijkertijd is de sector weinig transparant. Klink (VVD) wil inzichtelijk maken of de mededingingsregels niet worden overtreden.

3 min. leestijd
Large group of sea cargo freight containers Maersk and Hamburg Süd stacked on pier in container terminal warehouse commercial sea port in Pacific Ocean. Kamchatka Peninsula, Russia – August 27, 2019.

De prijs van zeecontainers voor de internationale scheepvaart heeft een recordhoogte bereikt. Wie eind juni 2019 een zeecontainer wilde kopen, betaalde toen rond de 1300 dollar. Nu, drie jaar later, ligt de prijs boven de 7000 dollar. Ook de winsten van containerbedrijven schieten omhoog, en VVD-Kamerlid Jan Klink vraagt zich af of dit wel op een eerlijke manier gebeurt. Hij stelde een serie Kamervragen en kreeg daarop antwoord van staatssecretaris Mijnbouw Hans Vijlbrief (D66), die ook over het mededingingsbeleid gaat. Want, zo wilde Klink weten, overtreden de containerbedrijven geen mededingingsregels?

Prijsstijging

Dat de winsten van containerbedrijven door de hoge prijzen zijn gestegen, staat vast. Vijlbrief geeft aan dat de Europese Commissie – die regels heeft opgesteld op het gebied van mededinging – geen bewijs heeft ontvangen dat de scheepvaartbedrijven hier zelf voor verantwoordelijk zijn. De kostenstijging komt volgens de staatssecretaris door een aantal factoren: verstoringen in de wereldwijde transportketen, waardoor er – mede door COVID-19 – een tekort is ontstaan. Ook zijn er vanwege de pandemie havens gesloten, waardoor de mondiale containerlogistiek verstoord is geraakt. Tegelijkertijd wordt er steeds meer online besteld, ook intercontinentaal. En dat vraagt een grote hoeveelheid zeecontainers.

Als laatste heeft ook de oorlog in Oekraïne impact op de beschikbare hoeveelheid containers. De sancties tegen Rusland hebben voor het nodige oponthoud in de Europese havens gezorgd.

Uitzonderingspositie

Klink stelt zijn vragen aan Vijlbrief hoofdzakelijk omdat containerrederijen een uitzonderingspositie hebben op de Europese mededingingsregels. Ze mogen samenwerken in consortia, verenigingen die zijn opgericht voor een tijdelijk project. Die mogen ‘onder voorwaarden’ bestaan, schrijft Vijlbrief, waarbij de Europese Commissie er toezicht op houdt dat ook hier de mededingingsregels worden nageleefd.

Die samenwerking is ervoor bedoeld om te zorgen dat de schaarse hoeveelheid beschikbare containers goed wordt ingezet, schrijft Vijlbrief. Maar: ”De consortia mogen niet gebruikt worden om de prijzen van containervervoer te beïnvloeden”. En die prijzen zijn dus torenhoog. Klink spreekt over bedragen tussen de 9 000 en 14 000 dollar per grote container van 40 voet voor Nederlandse ondernemers. Vijlbrief laat weten dat het hoogtepunt op 10 337 dollar lag, in september vorig jaar. 

Klink vindt de transparantie rondom de containerrederijen niet goed genoeg, Vijlbrief schrijft dat er in Nederland geen zorgen rondom de overtreding van de concurrentieregels bestaan: ”Indien hiervoor concrete aanleiding zou bestaan, kan de Nederlandse overheid signalen of zorgen onder de aandacht brengen van de Europese Commissie. Navraag bij de ACM [Autoriteit Consument & Markt, red.] heeft uitgewezen dat er bij ACM recentelijk geen signalen zijn binnengekomen over de ontwikkelingen in het containervervoer over zee of vermeend misbruik van machtspositie’.

De Europese Commissie geeft aan de sector ‘nauwlettend zal blijven volgen’. Omdat de afspraken binnen het consortium niet openbaar zijn, wil Klink dat de Nederlandse overheid bij de Europese Commissie aandringt om consortia van containerrederijen niet toe te staan. Nederland wacht voorlopig af: ”Nederland zal bij de eerstvolgende evaluatie door de Commissie bekijken of het tegen die tijd een aanleiding ziet om in het kader van de consultatie te reageren.”