Hard Talk Europa over EU-begroting: ‘Nederland moppert, maar tekent altijd bij het kruisje’

Marit Maij (GroenLinks-PvdA), Bert-Jan Ruissen (SGP) en Wim van de Camp (CDA) botsen over de EU-begroting tijdens Hard Talk Europa. Wat moet het nieuwe kabinet met het Brusselse voorstel?

5 min. leestijd
Europarlementariërs Bert-Jan Ruissen (SGP) en Marit Maij (GroenLinks-PvdA) tijdens de achtste editie van Hard Talk Europa.
Europarlementariërs Bert-Jan Ruissen (SGP) en Marit Maij (GroenLinks-PvdA) tijdens de achtste editie van Hard Talk Europa.

Het stof van de verkiezingen is neergedaald en verkenner Wouter Koolmees voert gesprekken met de fractievoorzitters om een coalitie te smeden. In het Huis van Europa in Den Haag blikten (oud-)Europarlementariërs alvast vooruit op een nieuw kabinet tijdens de achtste editie van Hard Talk Europa. De belangrijkste tip die Europarlementariërs Marit Maij (GroenLinks-PvdA) en Bert-Jan Ruissen (SGP) voor de fractievoorzitters hadden: kijk naar wat de EU ons allemaal brengt.

Twistgesprek

Wat Ruissen betreft, brengt Europa ons vooral economische samenwerking en zijn de voorgestelde verhogingen van het EU-budget “buitensporig”. Maij denkt er compleet anders over: “We hebben heel veel uitdagingen in de wereld en die moeten we Europees aanpakken. Daar is geld voor nodig.”

Het leverde een twistgesprek op onder leiding van hoofdredacteur van Brusselse Nieuwe Bert van Slooten en Europa-correspondent Tijn Sadeé. Aan het gesprek deed ook oud-Europarlementariër Wim van de Camp (CDA) mee. Hij noemde de benadering van de SGP over de Europese begroting “ouderwets”. “De achterban, denk aan de boeren en vissers, plukt de meeste vruchten van de begroting”, zei hij. Van de Camp stipte aan dat de Europese Commissie in de plannen voor de nieuwe meerjarenbegroting voornamelijk inzet op familiebedrijven en jonge boeren. “Dat moet juist de SGP tevreden stellen.”

Europese begroting

De Commissie stelt een begroting voor van 1.984 miljard euro, exclusief noodreserves en externe fondsen. Het grootste deel – 1.062 miljard euro – gaat naar economische en sociale cohesie, landbouw en veiligheid. Daarin zit inkomenssteun voor boeren en vissers (295 miljard euro), steun aan achtergestelde regio’s (452 miljard euro), en middelen voor grensbewaking (34 miljard euro). Frontex krijgt bijna 12 miljard euro. Europol moet het doen met bijna 3 miljard euro.

Ook reserveert de Commissie geld om de concurrentiekracht te versterken. Voor defensie, ruimtevaart en het buitenlands beleid is ook geld beschikbaar.

Perspectief

Jaarlijks wil Brussel 286 miljard euro uitgeven. Ter vergelijking: de Nederlandse overheidsbegroting bedroeg vorig jaar 433 miljard euro. Brussel wil dus ongeveer tweederde van onze nationale begroting gaan inplannen. Van de Camp beaamt dat. “Nederland betaalt jaarlijks 9 miljard euro aan Europa. Dat is een fractie van onze nationale begroting.” Maij vult aan: “Ik word moe van het verhaal dat het geld in Brussel verdwijnt in een gat waar ambtenaren naar een systeemplafond staren. Dat is niet zo. We krijgen er heel veel voor terug.”

Wat Ruissen betreft, is de verhoging desondanks buitensporig. “We moeten eerst kijken naar keuzes die anders en efficiënter kunnen, voordat we het budget verhogen.”

Afkeuren

Toch keurt niet alleen Ruissen de begroting af, ook Maij is er niet blij mee. Dat ligt niet aan de hoeveelheid geld, maar aan de manier waarop de Europese Commissie het geld wil verdelen. Het plan is om de lidstaten elk een envelop met geld te sturen, die ze vervolgens zelf kunnen verdelen. Zij kunnen kiezen of ze extra geld geven aan de boeren, de regio of aan andere projecten die in aanmerking komen. Nu nog kunnen regio’s direct geld aanvragen in Europa zonder eerst langs de eigen hoofdstad te gaan.

De Europarlementariërs maken zich daarom zorgen. “Bij de pro-Europese partijen (christendemocraten, sociaaldemocraten, groenen en liberalen, red.) in het Europees Parlement zijn er vraagtekens”, zei Maij. “De regionale stemmen verduisteren met dit plan. Bovendien verdwijnt de mogelijkheid van de Europese Unie om te controleren waar het geld terechtkomt en hoeveel er per project daadwerkelijk wordt uitgegeven.” De partijen, die samen een ruime meerderheid vormen, hebben een brief opgesteld aan de Commissie: als de plannen niet wijzigen, dan stemt het Parlement niet in met de begroting.

Voorspel

Wim van de Camp plaatst de discussie opnieuw in perspectief. “De discussie over de begroting is elke keer hetzelfde. We zitten nu nog in het voorspel. Er moet nog heel veel gebeuren.” Van de Camp zegt zich het meeste zorgen te maken over de goedkeuring door de lidstaten. “De regeringsleiders zijn de grootste blokkade. Zij worden allemaal steeds nationalistischer. Voor de begroting is unanimiteit nodig. Dat wordt steeds lastiger.” Maij en Ruissen zien dat wel goedkomen: de Hongaarse premier Viktor Orbán is juist blij als de fondsen op één hoop worden gegooid. Dan kan hij zelf beter bepalen waar het geld naartoe gaat.

Tegen het einde van de avond leek zelfs Ruissen overtuigd van een grotere EU-begroting. Hij vond het ook belangrijk dat er meer geld moet naar het buitenlands beleid van Europa, naar landbouw, maar ook naar veiligheid. Hij zei echter niet waar al dat geld vandaan moet komen. Zijn conclusie: “Nederland moppert altijd over de Europese begroting, maar als puntje bij paaltje komt, tekent het altijd bij het kruisje. Dat gaat met het nieuwe kabinet niet anders zijn.”

Na afloop van het twistgesprek werd het boek Babbel in de Bubbel gelanceerd en uitgereikt aan Bert-Jan Ruissen, Marit Maij en Wim van de Camp. Ook benieuwd naar deze gids vol afkortingen, procedures en politieke eigenaardigheden uit de Brusselse bubbel? Klik dan hier.