Nederlandse leveringen van munitie en wapens aan Oekraïne na maart 2023 zijn nog niet vergoed. Dat komt doordat Hongarije nog niet akkoord is gegaan met een steunpakket dat EU-landen aanmoedigt Oekraïne militair te steunen. In een brief aan de Tweede Kamer zegt minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot dat de besluitvorming over een steunpakket van 500 miljoen euro door Hongaarse tegenwerking stilligt.
Declaraties
Sinds de Russische invasie van Oekraïne leveren EU-landen munitie, wapens en voertuigen aan Oekraïne. Dat gebeurt op verschillende manieren. Zo kunnen EU-landen wapens en munitie uit hun eigen voorraden halen, of ze kopen nieuwe wapens en munitie in en sturen het direct naar Oekraïne toe. Optie twee duurt het langst, het duurt maanden en soms meer dan een jaar voor een order van artilleriemunitie bijvoorbeeld aankomt. Dus, omdat de nood in Oekraïne hoog is, komen veel wapens en munitie vooral uit de eigen voorraden.
Abonneer je nu op de nieuwsbrief Veiligheid & Defensie
Om EU-landen aan te moedigen wapens en munitie uit de eigen voorraad naar Oekraïne te sturen zijn er inmiddels zeven Europese steunpakketten van 500 miljard euro opgezet. Die maken onderdeel uit van de Europese Vredesfaciliteit. Een EU-pot met geld waar militaire operaties mee gefinancierd worden, maar nu ook gebruikt wordt voor steun aan Oekraïne. EU-landen krijgen een vergoeding voor de boekwaarde van de eigen voorraden die ze naar Oekraïne sturen. Zo krijgt Oekraïne sneller militaire steun en kunnen EU-landen met het geld dat ze declareren de eigen voorraad weer op peil houden.
Vergoedingen
Tot nu toe heeft Nederland 1,2 miljard euro gedeclareerd uit de Europese Vredesfaciliteit. Voor de periode tot en met februari 2023 kreeg Nederland 242 miljoen euro terug. De steun die Nederland in die periode leverde, had de waarde van 462 miljoen euro.
Over de compensatie van alle steun na februari 2023 wordt dus nog onderhandeld. EU-landen hebben samen meer gedeclareerd dan nog beschikbaar is en dat betekent dat ze minder terug kunnen krijgen dan verwacht. Minister Bruins Slot verwacht dat het vergoedingspercentage op zo’n 50 procent komt te liggen.