Europese lidstaten werken aan betere regelgeving rondom het thuiswerken van grenswerkers. Door speciale regels was het mogelijk om tijdens de coronapandemie voltijds thuis te werken. Nu de pandemie voorbij is, zijn die regels strenger geworden. De strengere regels leveren administratieve rompslomp op en de tijd dat grenswerkers thuis mogen werken zonder sociale zekerheid te verliezen is afgenomen.

Lidstaten bespreken nu een voorstel waardoor het mogelijk zou moeten worden om als grenswerker 50 procent van de tijd thuis te werken. Dat is een verdubbeling van de 25 procent van de werktijd die nu toegestaan is. Vanwege lockdowns was dat tijdens de pandemie 100 procent.

Administratieve rompslomp

Het probleem zijn regels over sociale zekerheid. Mensen die over de grens werken kunnen hun verzekering verliezen als ze te veel werktijd buiten hun woonland spenderen. Ook moeten grenswerkers constant bijhouden waar ze zijn. Dat levert administratieve rompslomp op. Zo veel zelfs dat sommige grenswerkers overwegen te stoppen met hun baan.

De overeenkomst gaat een Europees kader stellen. Dat betekent niet dat de problemen straks opgelost zijn. Nederland zal dan moeten overleggen met buurlanden Duitsland en België. Andere EU-lidstaten zullen dat met een veel groter aantal buurlanden moeten gaan doen.

Grenswerkers

Grenswerkers vervullen een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Vooral in provincies aan de landsgrenzen zijn ze veel te vinden. Makkelijk in het buitenland kunnen werken is voor die regio’s belangrijk. Het zorgt namelijk voor een groter aanbod van banen. Van de twaalf Nederlandse provincies grenzen er zeven aan het buitenland.

Mensen die in een ander EU land werken dan waar ze wonen zijn volgens EU-wetgeving grenswerkers. Dat kan soms ingewikkeld worden. Arbeidszaken, inkomstenbelasting en socialezekerheidsrechten moeten worden afgehandeld in het land waar ze werken. Vermogensbelasting wordt dan weer geregeld in het land waar ze wonen.

Een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verwacht dat het voorstel binnen enkele weken rond is.

Blijf op de hoogte van het Europese mobiliteitsnieuws via onze maandelijkse nieuwsbrief