Premier Dick Schoof liet eerder weten dat Nederland wel actief meepraat over het Europese herbewapeningsplan, maar op dit moment geen gebruik maakt van de extra financiële flexibiliteit die de EU biedt. Het gaat om België, Denemarken, Estland, Finland, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Polen, Portugal, Slowakije en Slovenië.
Versoepelingen
De ontsnappingsclausule stelt EU-landen in staat om hun defensiebudget met maximaal anderhalf procent van het bruto binnenlands product te verhogen zonder formeel van de EU-begrotingsregels af te wijken. Europese regels bepalen immers hoeveel schulden EU-landen mogen hebben. Via ReArm Europe kunnen landen dus een uitzondering krijgen op die regels als het om defensie-uitgaven gaat.
Financiële zorgen
Premier Schoof benadrukte dat Nederland positief is over de hoofdlijnen van het plan, maar zich kritisch opstelt als het gaat om de financiering. Bij het ReArm Europe plan hoort immers ook een lening van 150 miljard euro. Volgens Schoof moet de aanpak financieel verantwoord zijn en mogen leningen en begrotingsversoepelingen geen risico vormen voor de overheidsfinanciën in de EU. Die terughoudendheid is mede ingegeven door zorgen van regeringspartijen PVV, NSC en BBB. Zij verzetten zich aanvankelijk fel tegen deelname aan ReArm Europe, uit angst voor oplopende schulden en ongecontroleerde uitgaven via zogeheten Eurobonds.
Nederland sluit deelname aan de financiële componenten van ReArm Europe in de toekomst niet uit, maar acht het goed mogelijk dat het land op eigen kracht zijn defensie-uitgaven kan verhogen. Gebruik maken van de soepelere regels staat voorlopig dus nog niet op de agenda. Wel blijft Nederland zich inhoudelijk inzetten voor het plan. Volgens Schoof moet Europa minder afhankelijk worden van de Verenigde Staten en meer gezamenlijk investeren in zijn eigen defensie-industrie.
Wat nu?
De gesprekken over ReArm Europe zijn daarmee voor Nederland nog niet afgerond. Zowel binnen de EU als in de Tweede Kamer volgen de komende maanden discussies over de invulling en financiering van het plan.
De Europese Commissie beoordeelt momenteel de binnengekomen aanvragen en zal haar aanbevelingen in mei presenteren, als onderdeel van het Europese voorjaarspakket. De Raad van de EU krijgt vervolgens een maand om een besluit te nemen over de toekenning van de gevraagde flexibiliteit.