Duitsland stuurt Patriot-luchtverdedigingssystemen naar Oekraïne. Dat maakte de Duitse bondskanselier Olaf Scholz afgelopen weekend bekend. Het besluit kwam na een telefoontje van de Oekraïense president Zelensky. In het telefoontje beschreef Zelensky de Russische raketaanval op wegen, bruggen en energienetwerken. Oekraïne vraagt al langer om meer hulp om hun luchtruim te verdedigen. Ook Nederland beschikt over Patriot-luchtverdedigingssystemen, maar ziet geen mogelijkheid om ze naar Oekraïne te sturen.
Oekraïense hulp
De Russische strategie is de afgelopen maanden veranderd. Rusland zet steeds meer in op het gebruik van langeafstandsroutes met explosieven of ballistische raketten. Daarmee worden belangrijke locaties in Oekraïne gebombardeerd. Denk aan centrales waar elektriciteit opgewekt wordt of belangrijke knelpunten in het energienetwerk. Patriot-luchtverdedigingssystemen kunnen enorm helpen. Ze maken gebruik van een radar en kunnen raketten afschieten om Russische drones en raketten in de lucht te onderscheppen.
Reden voor Oekraïne om bij de NAVO aan te kloppen voor meer hulp. Maar de westerse hulp aan het belegerde land stokt. De Europese Unie heeft moeite om voldoende artilleriemunitie te produceren om Oekraïne goed te ondersteunen. Ook uit de Verenigde Staten komt geen geld meer. De discussie is er vastgelopen omdat de twee belangrijkste partijen, de republikeinen en de democraten, er niet uitkomen.
Luchtverdediging
Het Duitse Patriot-luchtverdedigingssysteem kan dus veel betekenen voor Oekraïne. Maar Nederland bezit ook systemen. Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) vroeg het kabinet vorige week nog of Nederland niet het voortouw kon nemen in de levering van Patriotsystemen. Ook VVD-Tweede Kamerleden Ruben Brekelmans en Silvio Erkens dienden vragen in voor de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie. Ze vragen zich onder andere af of de ministers vinden dat Nederland alles op alles moet zetten om Oekraïne te helpen.
Abonneer je nu op de nieuwsbrief Veiligheid & Defensie
Maar het kabinet blijft erbij. Er is geen capaciteit uit Nederland om Patriot-systemen naar Oekraïne te sturen. Twee weken geleden zei de Commandant der Strijdkrachten, Onno Echelsheim, het al bij praatprogramma Op1. “In Nederland staan we op het niveau waarop we alleen nog mensen kunnen trainen”. Nederland stuurt dus geen Patriot-systemen naar Oekraïne.
Jan Swillens, Commandant Landstrijdkrachten, is het daarmee eens. “We hebben al enorm veel geleverd”, zei hij. “We moeten ook onze eigen training op orde houden, met onze eigen spullen.” Beide commandanten zien zeker de noodzaak van hulp aan Oekraïne. Luchtverdediging is er de prioriteit, stelt Eichelsheim. Maar om het land te helpen tegen Russische raketaanvallen, zal Nederland naar zijn NAVO-bondgenoten moeten kijken.