Druk op minister: Kamer wil sneller uitkoopregelingen voor boeren

Jarenlang hoefde Nederland zich niet te houden aan de Europese mestregels. Maar daar komt nu verandering in. Terwijl boeren geconfronteerd worden met steeds vollere mestkelders, zoekt de politiek naarstig naar een oplossing voor de “mestcrisis”. De Tweede Kamer dringt aan op het sneller uitkopen van boeren, al is het volgens sommige partijen al te laat. “Het nieuwe kabinet heeft de beschikbare pot zo hupsakee uit het raam gegooid.”

4 min. leestijd
Bron afbeelding: iStockphoto.

De mestproblematiek in Nederland zorgt voor toenemende druk op het kabinet. In een fel en lang debat in de Tweede Kamer lieten verschillende partijen weten dat de huidige maatregelen van minister Wiersma (Landbouw) onvoldoende zijn om de dreigende “mestcrisis” af te wenden.

Een groot aantal partijen (onder meer ChristenUnie, VVD, CDA, SP, GroenLinks/PvdA, D66 en NSC) eist daarom dat de uitkoopregelingen voor boeren eerder in werking treden. Zo kan de veestapel sneller verkleind worden, wat op zijn beurt weer zorgt voor minder dierlijke mest. De minister wil eigenlijk dat de regeling voor boeren die vrijwillig willen stoppen pas in 2026 ingaat.

“Ik vraag me af of de minister ziet wat er op ons afkomt. Ik heb het idee dat de minister dat niet hoort”, zegt Harm Holman (NSC). “We bewegen pas als het zeer doet”, voegt Eline Vedder (CDA) daaraan toe.

Koude sanering

Verschillende partijen zijn bang voor een ‘koude sanering’. Dit betekent dat boeren gedwongen worden om te stoppen zonder dat ze hulp krijgen. “Dan laat je als minister eerst het kalf verdrinken, en als veehouders noodgedwongen koeien naar de slacht moeten laten brengen, open je als doekje voor het bloeden nog een opkoopregeling. Waarom? Omdat het eerste geld voor opkoop pas in 2026 in de boeken staat?” vraagt Pieter Grinwis (ChristenUnie).

Het lijkt er echter toch op dat de datum wel eens naar voren gehaald kan gaan worden. Minister Wiersma gaf aan “alles op alles” te willen zetten om de regeling eerder open te stellen, maar benadrukte dat het een ingewikkeld proces is. “De uitwerking van de regeling moet wel zorgvuldig gebeuren.”

Kop in de mest

Het mestprobleem is ontstaan doordat Nederland jarenlang een uitzondering (ook wel derogatie in Brussels jargon) had op de Europese regels. Hierdoor mochten boeren meer mest op het land uitrijden dan in andere landen. Maar deze uitzondering verdwijnt in 2026. Zonder maatregelen komen veel boeren in de problemen, omdat ze hun mest dan niet meer kwijt kunnen.

Kamerleden maken zich zorgen dat boeren failliet gaan als de overheid niet snel met een oplossing komt. Laura Bromet (GroenLinks/PvdA): “Doordat de politiek altijd de koppen in het zand heeft gestoken, zijn de maatregelen nu veel rigoureuzer dan nodig was geweest als we op tijd waren begonnen.”

Afromen

Naast het verzoek om de uitkoopregeling te versnellen, was er veel kritiek op een andere maatregel van de minister: de afromingsmaatregel. Deze houdt in dat boeren die hun productierechten verkopen, een deel daarvan moeten inleveren. In de varkenshouderij zou dat neerkomen op 25 procent van de rechten en in de pluimveesector op 15 procent.

Vooral voor de varkens- en pluimveehouderij zou dit volgens sommige partijen een grote klap zijn. André Flach (SGP) noemt de maatregel “oneerlijk”. “Deze sectoren hebben hun plafond jarenlang niet overschreden, maar worden nu toch gestraft. Dat is niet eerlijk.”

Onder andere het CDA en de PVV maken zich zorgen over de gevolgen voor pluimveehouders, die vaak productierechten leasen (huren) van andere boeren. “Als boeren volgend jaar geen rechten meer kunnen leasen, komen ze in grote problemen,” waarschuwt Eline Vedder (CDA).

GroenLinks/PvdA wil juist een meer varkens- en pluimveerechten intrekken door een afromingspercentage van 30 procent in te zetten, zoals in het plan van voormalig landbouwminister Adema.

Ook wil de partij een uitzondering voor biologische boeren. Die zijn er namelijk veel te weinig, zeggen ze. Daarnaast heeft de biologische sector juist te maken met een (biologisch) mesttekort. “Zij hebben deze shit niet veroorzaakt, maar worden wel geraakt”, aldus Bromet.

Wikken en wegen

Minister Wiersma begrijpt de zorgen van de Kamerleden, maar benadrukt dat het afnemen van rechten nodig is om onder de Europese regels te blijven. Als Nederland niet aan de regels voldoet, kan Brussel strengere maatregelen opleggen, en dat wil de minister voorkomen.

Ook wil ze geen uitzonderingen voor biologische boeren. “Bij iedere uitzondering van een bepaalde groep – of het nu gaat om jonge boeren of biologische boeren – wordt de opgave voor de rest vergroot.” Er komt later dit jaar wel een “weegmoment”, waarbij gekeken zal worden of er toch ruimte is voor aanpassingen.

Alles op alles

Ondertussen dringt de tijd. Zolang nog niet duidelijk is wanneer de nieuwe regels precies ingaan en hoe streng ze zullen zijn, zal Nederland in de mest blijven zitten. En hoewel Wiersma “alles op alles” wil zetten, lijkt het erop dat een Kamermeerderheid dat ook wil. Het is te verwachten dat de Kamer een motie van de ChristenUnie en VVD zal goedkeuren, waarin de minister wordt aangespoord om “alle mogelijke inspanningen” te leveren om de uitkoopregeling zo snel mogelijk beschikbaar te maken, om zo een echte mestcrisis te voorkomen.