“Democratie, gesponsord door Coca Cola!”

Wanneer lidstaten het EU-voorzitterschap op zich nemen, laten ze zich sponsoren door bedrijven. Europarlementariërs wilden een gesprek over het onderwerp omdat ze zich ernstige zorgen maken.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Over vier dagen is het zover: Spanje neemt het EU-voorzitterschap over. Spanje leidt dan de Raad van de EU. Binnen dat orgaan zitten vakministers samen om over Europese wetten te stemmen. De voorzitter speelt daarin een belangrijke rol: hij bepaalt de agenda van de bijeenkomsten en kan zo bepalen wat voorrang heeft in de Brusselse wettenfabriek. En ook de onderhandelingen met het Europees Parlement worden geleid door de voorzitter.

Prijskaartje

Een begeerde rol dus, maar wel een met een prijskaartje. Want de EU-voorzitter organiseert ook veel ceremonies, netwerkevenementen en moet zijn diplomatieke ploeg flink uitbreiden. Voor die extra kosten hebben de lidstaten een handige oplossing gevonden: sponsoring vanuit het bedrijfsleven. In ruil voor een gift mag het logo van het bedrijf ook op de affiches. 

Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) vindt het maar niets: “We zouden het toch ook niet accepteren als we in ons nationaal parlement een grote poster van Heineken zouden ophangen?”

Toch blijkt het aanbod aantrekkelijk voor bedrijven: de EU-voorzitters konden op maar liefst 276 particuliere sponsors rekenen sinds 2019. Zo ging Nederland in 2016 nog in zee met Ziggo, Heineken, een zonnepanelenleverancier en een verfproducent. 

Belangenconflicten

Sinds het Roemeens EU-voorzitterschap zich in 2019 liet sponsoren door Coca Cola, krijgt deze praktijk heel wat kritiek. Want het drankje wordt niet beschouwd als gezond. Daarom organiseerde het Europees Parlement een zitting over het onderwerp.

Wolters vertelt dat ze zich zorgen maakt over de boodschap die deze sponsoring geeft aan de EU-burger: “Dit klinkt als: ‘Democratie, gesponsord door Coca Cola!” De PvdA-er vindt dat landen zo laten blijken dat er blijkbaar niet genoeg geld is voor openbaar bestuur, ondanks al onze Europese normen en waarden. “De praktijk is bijna grappig, als het niet zo verontrustend zou zijn.”

Daarnaast vindt Wolters dat dit voor een schijn van belangenconflicten kan zorgen: “Ik zeg schijn, omdat ik hoop dat het niet zover komt. Maar dat kunnen wij als Europees Parlement niet zeker weten: wat er binnenin de Raad van de EU gebeurt, is voor ons zeer ondoorzichtig.”

Neutraliteit

Ook de Europese Ombudsman onderschrijft de problemen. “Het EU-voorzitterschap heeft een belangrijke en invloedrijke rol te spelen bij Europees beleid”, vertelt Rosita Hickey, een vertegenwoordiger van de Ombudsman. “Met de macht die daarmee gepaard gaat, mag neutraliteit en onpartijdigheid verwacht worden.” De Ombudsman maakt zich daarom zorgen dat de burger sponsoring kan interpreteren als een manier voor bedrijven om invloed over het voorzitterschap uit te oefenen. 

Voor Wolters is de oplossing duidelijk: volledig stoppen met de praktijk. Of het geld voor het EU-voorzitterschap dan uit een centraal fonds of van de lidstaten moet komen, laat ze in het midden. Wel is het voor haar duidelijk dat de kosten van de reputatieschade door sponsoring die extra kosten ver overstijgt. 

De kop in het zand

Zelf heeft de Raad van de EU lang de kop in het zand gestoken. Sponsoring is een kwestie waarin de lidstaten zelf tot een goede afweging moeten komen, was de boodschap. Maar daar kwam verandering in toen de Ombudsman na de Roemeense Coca Cola-zaak aan de alarmbel trok. 

De Raad kwam met een rits regels, van één A4’tje, over sponsoring van het EU-voorzitterschap. Die regels benadrukken onder meer dat lidstaten open moeten zijn over hun sponsors en de sponsors niet zelf mogen adverteren met het logo van de Raad van de EU. Maar deze regels zijn niet bindend. Daarvoor zetten de lidstaten de hakken in het zand.