De Brusselse lobbyist | Unico van Kooten: “De circulaire economie kan niet overleven zonder overheidssteun”

Vele Nederlandse belangenbehartigers werken mee aan het uitstippelen van de toekomst van Europa. Wat kunnen zij ons vertellen over hun organisatie, hun werk en over wat er het komende politieke seizoen te wachten staat? Deze zomer zoekt Brusselse Nieuwe het voor je uit. In deze eerste aflevering spreken we met Unico van Kooten, belangenbehartiger Europese Zaken bij Vereniging Afvalbedrijven.

5 min. leestijd
Jeroen Stein (links) en Unico van Kooten (rechts). Afbeelding verkregen via Vereniging Afvalbedrijven.

Unico van Kooten is niet alleen een prominent figuur in de Nederlandse afvalverwerkingsindustrie, maar ook één van de oprichters van voetbalclub Oranje in Brussel. Hoewel hij ondertussen alweer een tijdje in Nederland woont, was de club een mooie plek om op een ontspannen wijze te spreken met Nederlandse Europarlementariërs. “Jeroen Lenaers, Tom Berendsen, Jan Huitema en ook Dirk Gotink speelden allemaal bij ons.”

Van Kooten, die in 2009 met Oranje Brussel de finale van de Euro League bereikte (verloren bij de penalty’s), gebruikte zijn invloed om een opmerkelijk project op te zetten in Molenbeek. Na de aanslagen in Brussel en Maalbeek zag hij de noodzaak om het negatieve beeld van Molenbeek aan te pakken.

“Ik heb een Cruyff Court opgezet om de muur van vooroordelen af te breken en de integratie van de kinderen in de Belgische samenleving te bevorderen,” vertelt hij. “Dit project kreeg veel media-aandacht, vooral na de vernielingen op het Cruyff Court de dag na de opening. Ondanks deze tegenslag gingen veel kinderen, ook meisjes, voetballen, wat heel positief was.”

Van afval naar grondstof

Zijn praktische aanpak komt ook van pas in zijn rol bij de Vereniging Afvalbedrijven. Van Kooten, die hier in mei 2004 begon, heeft sindsdien een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van afvalbeheer in Nederland en Europa. “Mede door onze inspanning wordt er nu veel meer gerecycled en minder afval gestort in Europa.”

“Bij de Vereniging Afvalbedrijven draait het om onze milieuprestatie,” legt hij uit. “Afvalbeheer gaat niet alleen over volume, maar ook over hoe we duurzamer en effectiever kunnen werken. Nederland is dichtbevolkt en economisch actief, dus als we een paar weken stoppen met afvalinzameling, loopt alles vast.”

Ondanks de vooruitgang die Nederland heeft geboekt in afvalrecycling – met ongeveer 80 procent van het jaarlijkse afval (60 miljoen ton) dat gerecycled wordt – blijven er aanzienlijke uitdagingen bestaan. Van Kooten wijst op de problemen met plastic recycling. Momenteel wordt er namelijk slechts 20 procent van al het Nederlandse plasticafval gerecycled.

“De prijs van gerecycled plastic ligt momenteel hoger dan die van virgin plastic (nieuw plastic, red.), wat de vraag beïnvloedt. Het is cruciaal dat Europees kunststofafval wordt gerecycled en afzet vindt op de Europese markt,” zegt hij. “Europa moet haar industriële capaciteit behouden voor onze veiligheid en weerbaarheid. We zijn tenslotte een grondstofarm continent.”

Haalbaar en betaalbaar

De recente crisis in de plasticrecycling-industrie heeft de druk op de sector verhoogd. Veel recyclingbedrijven sluiten hun deuren omdat de vraag naar gerecycled plastic stagneert. Klanten gaan weer terug naar nieuw, gezien de prijs van virgin plastic, vooral uit Azië en de VS, lager is.

“Het is buitengewoon triest dat we zoveel gerecycled plastic moeten verbranden omdat er geen vraag naar is,” zegt Van Kooten. “We krijgen uit Nederlands afval teruggewonnen plastic nauwelijks verkocht. We hebben daarom in maart een brandbrief gestuurd naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor ondersteuning.”

Van Kooten ziet graag meer maatregelen voor het ondersteunen van de marktprijs van herwonnen plastic, ook wel recyclaat genoemd. “Als we zoveel investeren in recycling, moeten we ook zorgen dat het gerecyclede plastic afgenomen wordt,” benadrukt Van Kooten. “Het is belangrijk dat de overheid meer druk uitoefent om dit thema hoger op de agenda te zetten.”

Daarnaast wijst hij op de noodzaak om innovatie in inzameling, sortering en recycling te stimuleren. “We moeten realistisch zijn over de rol van fossiele brandstoffen en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan. Goed afvalbeheer draagt bij aan de vermindering van CO₂-uitstoot en grondstoffenverspilling,” zegt hij. “In Europa valt hier nog veel te halen.”

En dat terwijl de investeringen laaghangend fruit zijn in vergelijking met de veel duurdere ambities bij de energietransitie. “De circulaire economie is ook een economie. Die moet draaien, en dus haalbaar en betaalbaar zijn”, vult Jeroen Stein, woordvoerder en ook aanwezig bij het gesprek, aan.

Vertrouwen

Met de nieuwe politieke verhoudingen en de recente verkiezingen kijkt Van Kooten met gemengde gevoelens naar de toekomst. “De circulaire economie blijft inspirerend, maar er zijn grote uitdagingen. Kijk bijvoorbeeld naar de internationale spanningen die er momenteel zijn,” merkt hij op. “Als we doorgaan zoals we nu doen, zal het besteedbaar inkomen waarschijnlijk dalen en kan er meer onrust ontstaan.”

Toch blijft Van Kooten optimistisch over de mogelijkheden om vooruitgang te boeken in de sector. “Na de vakantie zal ik me richten op het verbeteren van de Europese plasticstrategie voor recycling en het aanpakken van gevaarlijk afval dat we nu veelal exporteren. We moeten ook de afzetmarkt voor gerecycled plastic beter regelen,” zegt hij.

“Voor afvalscheiding moeten burgers vertrouwen hebben in ons werk. Wij blijven inzetten op het verbeteren van het systeem en richten binnenkort zelfs een Europese stortfederatie op, de European Landfill Association. Ondanks de naam willen we hiermee juist meer stort voorkomen door hoge kwaliteitsnormen voor recycling te bevorderen. Dan wordt het door wetgeving moeilijker en duurder om recyclebaar afval te storten. Dat is pure winst voor recyclen.”