Column Van de Voorzitter | Drones duwen migratie weg als verkiezingsthema in Denemarken

Sinds deze zomer is Denemarken voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Puck Wagemaker, oud-redacteur van Brusselse Nieuwe en nu werkzaam in Zuid-Denemarken, volgt het voorzitterschap van dichtbij. Deze week: hoe migratie uitgroeit tot hét verkiezingsthema – ook al weet niemand wanneer de verkiezingen precies zijn.

4 min. leestijd
De nieuwe Deense minister van migratie Rasmus Stoklund (links) moet leveren. (Foto: Europese Commissie).

Terwijl Nederland zich langzaamaan klaarstoomt voor de verkiezingen, lijkt de strijd in Denemarken ook op gang te komen. Maar als je mij vraagt wanneer de verkiezingen plaatsvinden, kan ik je geen antwoord geven. Niet omdat ik als Nederlander in Denemarken de regels niet ken, maar omdat niemand het weet. Alleen de premier heeft het verlossende antwoord. Hoewel premier Mette Frederiksen eerder aangaf dat ze haar termijn volledig wilde afmaken, lijkt ze nu vooral bezig met een lange aanloop naar de verkiezingen.

Want in Denemarken weet je nooit precies wanneer verkiezingen worden uitgeschreven. Het moet wel binnen een termijn van vier jaar, dus Frederiksen moet uiterlijk in oktober 2026 een besluit nemen. Vanaf het uitroepen van de verkiezingen volgt een korte, felle campagne van vier weken voordat de Denen naar de stembus gaan.

Een slimme premier kiest uiteraard het moment waarop de peilingen gunstig zijn. Vandaar dat Frederiksen nauw naar de peilingen kijkt en meebeweegt. En het onderwerp dat de peilingen domineert – en waar ook Frederiksen zich op richt – is hetzelfde verkiezingsthema als in Nederland: migratie.

Stoelendans

En dus moest er deze week een stoelendans plaatsvinden in Frederiksens kabinet. In het paarse kabinet met een coalitie van drie partijen hebben de sociaaldemocraten – de partij van Frederiksen – de minister van Immigratie en Integratie geleverd. De sociaaldemocraten staan bekend om hun linkse beleid, maar hanteren aan de andere kant vrij rechtse standpunten rond migratie en asiel.

Toch vindt een deel van hun achterban dat nog steeds niet streng genoeg. Zij overwegen momenteel over te stappen naar de extreemrechtse Dansk Folkeparti – de partij die Geert Wilders afgelopen weekend nog bezocht op het dertigjarig jubileumfeest. Hij noemde de kopstukken van de partij in zijn toespraak “helden”.

Premier Mette Frederiksen, die graag voor een derde termijn gaat, zag de dreigende overstap van haar kiezers en besloot tot politieke actie.

Geen twijfel

Zo kwam het dat deze week belastingminister Rasmus Stoklund – een hardliner op het gebied van migratie binnen de sociaaldemocraten – werd benoemd tot minister van Immigratie en Integratie. In Denemarken gebeurt dat vaker: een demissionair kabinet kennen ze hier niet. Hier worden ministers van post gewisseld wanneer een partij van koers verandert.

Het is nu dus aan Stoklund om ervoor te zorgen dat niemand twijfelt aan de strengheid van het sociaaldemocratische migratiebeleid. Hij moet ‘zo scherp zijn dat je je er bijna aan kunt snijden’, zeggen politieke analisten over de nieuwe koers.

Tijdens zijn persmoment liet Stoklund er alvast geen gras over groeien: hij wil zoveel mogelijk migranten terugsturen om de sociale cohesie te beschermen. Hij waarschuwde voor radicaal islamisme, parallelle samenlevingen en onveiligheid die volgens hem door sommige immigranten wordt veroorzaakt.

Frederiksen weet wie ze uitkiest om te scoren: Stoklund kan nu als minister van Immigratie en Integratie zijn uitgesproken standpunten uitdragen – beter dan tijdens zijn rol als minister van Belastingen.

Terugkeerhub

Het thema migratie draaide ondertussen de afgelopen week ook opnieuw op volle toeren in Nederland. De Nederlandse demissionair minister van Asiel en Migratie David van Weel lijkt heeft een deal gesloten voor een zogenoemde ‘terugkeerhub’ in Oeganda, waar afgewezen asielzoekers zouden kunnen worden opgevangen. Wellicht afgekeken van Denemarken, dat onder leiding van Mette Frederiksen een aantal jaar geleden al met zo’n plan kwam, maar dan in Rwanda.

Maar of zo’n hub ooit werkelijkheid wordt, is nog maar zeer de vraag. Denemarken is niet veel verder gekomen dan foto’s van politici die elkaar de handen schudden. Want zo’n hub in een land dat het niet heel nauw neemt met mensenrechten, blijkt in de praktijk toch lastiger dan gedacht. Zelfs Denemarken, dat binnen de EU een uitzonderingspositie heeft en dus niet aan alle Brusselse migratieregels gebonden is, slaagt er niet in om de hub van de grond te krijgen.

In juli startte de Deense minister van Immigratie en Integratie tijdens een EU-ministersbijeenkomst in Kopenhagen ook het gesprek over het ‘efficiënter’ maken van de terugkeer van buitenlanders zonder verblijfsrecht in de EU. Hierbij wierp hij ook het idee van een gezamenlijke hub met alle lidstaten op tafel, wat resulteerde in een ‘uitgebreide discussie’.

Ondertussen verschuift het publieke debat snel. Nog voordat de nieuwe minister Stoklund goed en wel in zijn nieuwe stoel zit, draait de discussie in Denemarken alweer om iets heel anders: veiligheid en drones die boven het land zijn gesignaleerd.

Zo snel kunnen verkiezingsthema’s van koers veranderen, en moet Frederiksen opnieuw naar de peilingen kijken voor haar volgende zet in haar lange verkiezingscampagne.

Puck Wagemaker woont en werkt in Denemarken. Ze is oud-redacteur van Brusselse Nieuwe en volgt het Deense EU-voorzitterschap van dichtbij.