Klimaatverandering is op politieke prioriteitenlijstjes flink omlaag geduikeld. In Nederland en in Europa, waar veel politici zich van de ‘Green Deal’ hebben afgekeerd. Voor Europeanen (de burgers) ligt dat anders, als we de jongste Eurobarometer mogen geloven. Na veiligheid en defensie, en na economie, staat ‘klimaat en milieu’ samen met migratie, op plaats drie van de thema’s waarop van de EU actie wordt verwacht.
Op weg naar klimaatneutraliteit in 2050 heeft de EU doelen vastgelegd voor 2030: voor minder uitstoot van broeikasgassen, voor hernieuwbare energie en voor energiebesparing. Nationale energie- en klimaatplannen vormen een belangrijk vehikel voor het bereiken van die doelen. Onlangs is weer een deadline voor indiening van die plannen verstreken. De Europese Commissie heeft die plannen geanalyseerd. Althans, van de 24 lidstaten die ze eind april hadden ingediend. België, Bulgarije en Polen waren toen nog niet zover.
Welk beeld voor 2030 komt daaruit naar voren?
- De netto-uitstoot van broeikasgassen (min 54 procent) nadert het doel van 55 procent reductie;
- Het aandeel hernieuwbare energie (zoals uit wind en zon) koerst aan op 41 procent (buiten de vastgelegde bandbreedte van 42,5 tot 45 procent);
- Het energieverbruik ligt 8,1 procent lager dan in het referentiescenario (doel: 11,7 procent lager).
Kortom: voor uitstootbeperking en hernieuwbare energie komen de nationale plannen een eind in de goede richting. Maar energiebesparing schiet nog fors tekort – terwijl daar juist veel winst valt te behalen. Energie die we niet gebruiken, hoeven we niet op te wekken, niet te importeren, en levert geen broeikasgassen op. De grafiek laat zien hoe de lidstaten scoren op vermindering van energieverbruik. De groene staafjes markeren de lidstaten die in hun plannen voldoen aan hun taakstelling voor 2030. De rode staafjes geven de lidstaten aan die in hun planning al tekortschieten. Voor Zweden, Malta, Luxemburg, Slowakije, Italië, Spanje en Hongarije is de kloof het grootst.
Hoe scoren de lidstaten op energieverbruik?

De nationale plannen behoeven dus aanscherping. Bovendien is het maar de vraag in hoeverre plannen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Zo moet er in energiesystemen fors worden geïnvesteerd, zo’n 570 miljard euro per jaar, tot 2030. Maar veel nationale plannen geven niet aan hoe hiervoor publieke en particuliere financiering wordt gemobiliseerd.
Volgens de Europese Commissie liggen de Nederlandse klimaatplannen redelijk op koers. Het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) oordeelt scherper. Kijkend naar de voorgenomen beleidsinzet schat het de kans om 55 procent emissiereductie te bereiken op minder dan 5 procent. Mooie doelstellingen en plannen zijn niet genoeg. Ook in Europa dreigt het klimaatakkoord van Parijs uit beeld te raken.