De voorstellen van de Commissie voor het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) maken niemand blij. En zo hoort het ook. De wensen en ambities zijn groot, de middelen beperkt, en er moeten lastige keuzes worden gemaakt. Het gaat vast twee jaar aan onderhandelingen kosten om de nodige knopen door te hakken.
Laten we beginnen met een paar positieve punten. Het aantal EU-programma’s wordt drastisch teruggebracht. Het zwaartepunt komt te liggen bij nationale en regionale partnerschappen, die vorm moeten geven aan het gemeenschappelijk cohesie-, landbouw- en migratiebeleid in de lidstaten. Het wordt nog wel spannend hoe nationale overheden, decentrale overheden en niet-gouvernementele partners daarbij worden betrokken.
Het aantal rubrieken (met afzonderlijke uitgavenplafonds) gaat van zeven naar vier. Dat maakt tussentijdse budgetverschuivingen – die in een zevenjaarsperiode eigenlijk altijd nodig blijken – gemakkelijker. De figuur laat de nieuwe rubrieksindeling zien, met de daarbij behorende bedragen. Let wel: het gaat om de totalen voor de hele MFK-periode. Door ze te delen door zeven krijg je het gemiddelde bedrag per jaar.
MFK-voorstel van de Europese Commissie

Elk voordeel heeft een nadeel, zo laat de grafiek ook zien. Rubriek één is een allegaartje: cohesie-, landbouw- en migratiebeleid bijeen, plus de rente en aflossingen op het herstel- en veerkrachtfonds. Maar onder druk van de landbouwlobby wordt een apart hek gezet om de inkomenssteun aan boeren. Feitelijk gaat het om een eigen uitgavenrubriek. Door het budget door de jaren heen nominaal gelijk te houden, knabbelt de inflatie aan de koopkracht van die inkomenssteun. En plattelandsbeleid wordt nu echt cohesiebeleid.
De modernisering van de EU-begroting zit in rubriek twee: concurrentievermogen, welvaart en veiligheid. Hier moeten de nieuwe prioriteiten van de EU vorm krijgen, door te investeren in collectieve goederen op Europese schaal. De Commissie wil een groot concurrentiefonds opzetten rond onder meer het bestaande Horizon-programma voor onderzoek en innovatie. Daarnaast wordt veel meer geld uitgetrokken voor het stimuleren van de defensie-industrie.
Steun aan Oekraïne
Sommige posten zijn buiten de vier rubrieken met uitgavenplafonds geplaatst. Een belangrijke is de steun aan Oekraïne. Verdeeld over zeven jaar wordt daarvoor 100 miljard euro gereserveerd.
De EU-begroting neemt toe tot gemiddeld 1,26 procent van het bruto nationaal inkomen van de EU. Lidstaten willen graag voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. De Commissie denkt de lidstaten tegemoet te komen door meer echte eigen middelen aan te boren, zodat de nationale afdrachten niet omhoog hoeven. Maar lidstaten zullen dat waarschijnlijk anders ervaren, bijvoorbeeld als het wegnemen van eigen potentiële inkomstenbronnen. Een nieuw MFK betekent ook weer een schone lei wat betreft afdrachtkortingen. Nederland heeft die korting nu nog. Wat gaat voor ons land uiteindelijk het zwaarste wegen: de korting of de meerwaarde die de EU-begroting kan leveren?