Nieuwsbrief Brussels Peil | Samenwerken

D66 staat voor een ongekend lastige formatie. Nog nooit leidde de grootste partij in de Tweede Kamer de onderhandelingen met zo weinig zetels. Toch hoeft Rob Jetten niet te wanhopen: in Brussel lukt het zijn partijgenoten al jaren om te besturen zonder vaste coalitie, schrijft eindredacteur Sander van Vliet in de nieuwsbrief Brussels Peil van onze hoofdredacteur Bert van Slooten (cartoon) deze week.

4 min. leestijd

In Brussel regeren liberalen, christendemocraten en sociaaldemocraten samen, niet op basis van een akkoord, maar op basis van vertrouwen, een formule die misschien ook in Den Haag zou kunnen werken. In Den Haag ligt het zogeheten motorblok al op tafel: D66, VVD en CDA. Maar met zo’n smalle basis heeft Jetten nog minstens één partij extra nodig. De VVD ziet het liefst dat JA21 en mogelijk ook de BBB of ChristenUnie aansluit, terwijl D66 een samenwerking met GroenLinks-PvdA eerder ziet zitten. De uitkomst hiervan hangt mede af van de laatste restzetel, die mogelijk nog naar D66 gaat zodra alle stemmen uit het buitenland zijn geteld.

Brusselse droom

In Brussel wordt de Nederlandse uitslag met enige opluchting ontvangen. Nederland schuift weer richting het politieke midden, zo concludeert men. 

Politico omschreef D66 zelfs als “de droom van Brussel”. In Europa is men minder bezorgd over de komst van een coalitie, want daar werken D66, VVD, CDA en GroenLinks-PvdA al jaren succesvol samen. En met die ‘coalitie’ lukt het om populistische rechtse partijen uit te sluiten, zoals ze in Brussel in principe ook gewend zijn.

Barsten

Ik schrijf succesvol, maar de samenwerking in het Europees Parlement van de christendemocraten, liberalen en sociaaldemocraten vertoont barsten. Deze Europese fracties, goed een meerderheid van 401 zetels, tekenen niet zoals in Nederland een coalitieakkoord. 

Er is in Europa geen regering zoals we die in Nederland kennen. De Europese Commissie bestaat uit Eurocommissarissen die worden voorgedragen door de lidstaten. Die komen uit allerlei politieke hoeken: christendemocraten, sociaaldemocraten, liberalen en soms zelfs groenen of conservatieven. Het idee is om de politieke balans in Europa een beetje te bewaren, zodat elke stroming aan tafel zit. 

Geven en nemen

Een ander belangrijk verschil tussen het Europees Parlement en de Tweede Kamer: het Europees Parlement mag zelf geen wetten indienen. Zij kunnen alleen een advies aannemen en de druk opvoeren op de Commissie om daar iets mee te doen. 

Wel kan het Europees Parlement door de Commissie voorgestelde wetten wijzigen en dat doen ze ook veelvuldig. Daar komt de samenwerking weer terug: de christendemocraten, liberalen en sociaaldemocraten verdelen hier de buit. Het ene moment stem je misschien een klein beetje tegen je principes in mee met een voorstel van een ander, maar op een ander moment wordt jou juist wat gegund. In veel gevallen stemmen de partijen voor elkaars voorstellen, maar het komt de laatste tijd ook weleens voor dat de christendemocraten naar de rechterkant van het Parlement kijken en daarmee stemmen. 

Rechterflank

Binnen de christendemocraten zijn er conservatieve stromingen die liever zien dat de fractie samenwerkt met de rechterflank. Daarmee is ook een meerderheid te halen. 

Zoals BBB’er Sander Smit – in Europa onderdeel van de christendemocratische partij – op onze site in een opiniestuk schreef: “De centrumrechtse christendemocraten staan op een cruciaal kruispunt. blijven we vasthouden aan het pro-Europese centrum of “platform”, die stilzwijgende coalitie met sociaaldemocraten en links-liberalen, zoals het in de Brusselse wandelgangen heet, of kiezen we eindelijk voor de centrumrechtse samenwerking die BBB altijd heeft bepleit?”

De aanleiding van zijn stuk is een misgelopen stemming over de afzwakking van enkele duurzaamheidswetten. Vorige week behandelden we deze stemming uitgebreid in deze nieuwsbrief. Voor nu is het belangrijk om te weten dat een deel van de sociaaldemocraten – onder leiding van de Nederlander Lara Wolters – tegen de wetten stemden: zij vonden de versimpeling ervan te ver gaan, ondanks dat zij een afspraak hadden met de ‘coalitie’ om voor te stemmen. De christendemocraten dwongen die afspraak af door te dreigen om een meerderheid te vormen met de rechterkant van het Parlement en de wetten daarmee nog verder uit te kleden. 

Chantage

Zo noemde de sociaaldemocraten het. Doordat de wetten geen meerderheid hebben gehaald gaan de partijen terug naar de tekentafel. Durven de christendemocraten het opnieuw aan om met de rechterflank van het Parlement te praten, of gaan ze akkoord met de aanpassingen die de sociaaldemocraten en de groenen nu aan het schrijven zijn? 

De samenwerking in het Europees Parlement tussen D66, VVD, CDA en GroenLinks-PvdA gaat dus niet altijd even makkelijk. Maar dat heeft ook zo zijn charme, vindt Bas Eickhout, co-voorzitter van De Groenen-fractie in het Europees Parlement, bijvoorbeeld. Volgens hem is dat politiek. 

De samenwerking in Europa biedt misschien hoop voor Rob Jetten, maar er zijn ook genoeg lessen te leren. Een formatie kan heel lang duren, leert ook de soms stroperige samenwerking in Europa. 

De andere optie: regeren zonder dichtgetimmerd coalitieakkoord naar Europees voorbeeld. Dat kan dus wél. Er hoeft in dat geval minder lang geformeerd te worden, maar het risico is dat de partijen tijdens de regeerperiode toch breken met de afspraken, precies zoals in Europa dreigt te gebeuren.