Nederland is het enige EU-land dat alle internationale doelen heeft gehaald voor het terugdringen van tabaksgebruik. Dat blijkt uit het nieuwste rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over de wereldwijde tabaksepidemie. Hoeveel effect het behalen van deze doelen heeft, is echter nog maar de vraag.
Het rapport kijkt naar hoe landen scoren op zes zogenoemde MPOWER-maatregelen, van ontmoediging tot hulp bij stoppen met roken. Nederland voldoet nu op alle fronten aan de strengste richtlijnen. Zo zijn er uitgebreide rookvrije zones, staan er waarschuwingen op verpakkingen en is voldaan aan de eis dat accijnzen minstens 75 procent van de verkoopprijs bedragen. In Nederland ligt dit sinds 2024 op ruim 84 procent. Alleen Brazilië, Mauritius en Turkije behalen verder ook alle doelen.
De Nederlandse overheid hoopt dat hierdoor minder mensen gaan roken en dat het ook extra inkomsten oplevert. Maar of het bereiken van deze doelen automatisch leidt tot minder rokers, is onzeker. Uit onderzoek van het RIVM blijkt namelijk dat naar schatting ruim 60 procent van de in Nederland gerookte tabak uit het buitenland komt. Voornamelijk uit Duitsland, waar de accijnzen ongeveer tien procentpunt lager liggen.
Europese regels
Het RIVM denkt daarom niet dat het zinvol is om tabak nog duurder te maken. In plaats daarvan raden ze aan maatregelen te nemen tegen grensoverschrijdende inkoop. Ook zou het helpen als EU-landen hun prijzen op elkaar afstemmen.
Daarnaast raadt het RIVM aan om de maximale hoeveelheid tabak die over de EU-grenzen meegenomen mag worden, te verlagen. Momenteel mogen er per persoon vier sloffen sigaretten worden meegenomen. Hiermee kunnen rokers volgens het RIVM een lange tijd vooruit, waardoor ze slechts af en toe een reis naar het buitenland hoeven te maken om de Nederlandse accijns te ontwijken.