De Midday Briefing, oftewel de dagelijkse persconferentie van de Europese Commissie, was ooit hét moment voor journalisten in Brussel om geïnformeerd te worden over het reilen en zeilen binnen de Commissie. Vragen stellen tijdens de briefing kan nog steeds – daaraan is niets veranderd – maar de aard van de antwoorden wél. Volgens veel journalisten is de Midday Briefing steeds meer veranderd van een feitelijk vragenuurtje, naar een podium voor politieke boodschappenvorming van de Commissie.
Elke werkdag, rond twaalf uur, betreedt een van de woordvoerders van de Europese Commissie het spreekgestoelte. Op de achtergrond het blauwe logo met gele sterren, op de voorgrond een zaal met stoelen – lege stoelen vooral. Dat is deels te wijten aan corona: sinds de anderhalvemeter-periode is het ook mogelijk de briefing digitaal bij te wonen en digitaal vragen te stellen. Maar dat is niet de enige reden voor de terugloop van het aantal aanwezigen.
Wat begon onder Commissievoorzitter José Manuel Barroso, werd voortgezet onder Jean-Claude Juncker en bereikte een hoogtepunt onder het voorzitterschap van Ursula von der Leyen: de Europese Commissie communiceert voornamelijk nog een politieke boodschap. Of zoals Hans de Bruijn, secretaris-generaal van de Internationale Persvereniging in Brussel (API-IPA), het beschrijft: “De communicatie van de Commissie tijdens de Midday is tegenwoordig voor vijftig procent pure propaganda, er wordt een politieke spin aan gegeven.’’
Waar is het misgegaan?
Daarvoor moeten we terug naar het oude woordvoerderssysteem van de Commissie. Voorheen had elke Europese commissaris een eigen woordvoerder, die tot in detail bekend was met de dossiers. “Het probleem voor de Commissie was echter dat elke Europese commissaris opereerde vanaf zijn eigen eiland”, legt Volkskrant-correspondent Marc Peeperkorn uit. ‘’De woordvoerders spraken elkaar regelmatig tegen, omdat elke commissaris een andere visie had. Dat was voor ons journalisten heel prettig, dat de woordvoerders elkaar tegenspraken, maar tot onze spijt wilde de Commissie daarvan af.’’
Er moest dus een structuurverandering plaatsvinden zodat de Commissie met één stem naar buiten kon treden. Dat betekende minder woordvoerders. De inkrimping begon onder Juncker en werd verder doorgevoerd onder Von der Leyen. Waar eerder iedereen binnen het college van commissarissen een eigen woordvoerder had – 27 in totaal – zijn dat er nu nog maar zeventien.
Deze woordvoerders werken in zogenoemde ‘driehoekjes’. “Ze zijn verantwoordelijk voor clusters van verwante beleidsdomeinen”, vertelt adjunct-hoofdwoordvoerder van de Commissie, Stefan de Keersmaecker. “Bijvoorbeeld één woordvoerder voor Klimaat, Energie en Transport, omdat die onderwerpen veel overlap hebben.”
Minder details
Volgens De Bruijn heeft deze hervorming duidelijke gevolgen: “Onder het oude systeem was de Midday veel feitelijker dan nu.” De Keersmaecker is het daar niet mee eens. Hij noemt het oude systeem technocratisch: “Vandaag de dag positioneert de Europese Commissie zich nadrukkelijk als een politieke instelling. Dat weerspiegelt zich ook in de communicatie tijdens de persbriefing.” En volgens hem is dat juist in het voordeel van de meeste journalisten. Zij zijn veel meer geïnteresseerd in grote politieke lijnen dan in kleine technische details.”
Dat ziet Follow the Money-journalist Peter Teffer anders: “Ik ben niet geïnteresseerd in een politieke mening, alleen in feiten.” Teffer noemt het dan ook een ‘worsteling’ om details te krijgen van de Commissie. “Je merkt dat woordvoerders heel voorzichtig zijn met het geven van ‘gevoelige’ informatie. Bijvoorbeeld wanneer lidstaten zich niet aan Europese regels houden — de Commissie wil dan vaak niet zeggen over welke lidstaten het precies gaat.”
Minder dossierkennis
Maar ook al zouden ze er meer over willen vertellen ze zijn er niet toe in staat, zegt Trouw-correspondent Romana Abels. Volgens haar betekent minder woordvoerders ook minder dossierkennis. “Von der Leyen staat erom bekend weinig op te hebben met de pers. Ze geeft zelden interviews – alleen als het echt niet anders kan – en deze houding heeft ze doorgetrokken naar de hele communicatiecultuur van de Commissie. Het idee is: hoe minder woordvoerders, hoe minder gedoe.” Maar het gevolg is volgens Abels dat woordvoerders steeds minder goed in staat zijn inhoudelijke vragen te beantwoorden: “Ze kunnen alleen nog maar de politieke lijn communiceren, geen technische inhoud.”
Maar dat er een politieke lijn wordt gecommuniceerd tijdens de Midday, zou volgens Peeperkorn niemand moeten verbazen: “Het is een platform van de Commissie, dus de woordvoerders geven daar de standpunten van de Commissie. Over handelsverdragen zoals Mercosur benadrukken ze de voordelen en proberen ze de kritiek erop te weerleggen. Bij thema’s over migratie verdedigen ze het nieuwe migratiepact. Dat is geen propaganda, dat is het verdedigen van hun beleid.”
De onvrede groeit
Veel journalisten hebben kritiek op de huidige vorm van de Midday. Dit blijkt ook uit een enquête van API-IPA (de journalistieke club) in 2024 over de Midday, waaraan meer dan zestig Brusselcorrespondenten deelnamen. Een deel van hen pleitte voor een terugkeer naar het systeem waarbij elke commissaris zijn eigen woordvoerder heeft, om zo de inhoudelijke kwaliteit van de antwoorden te verbeteren.
Bij het nieuwe systeem geven de woordvoerders steeds vaker antwoord met vage en ontwijkende antwoorden. “Ze hebben vaak standaardzinnen die ze erbij pakken wanneer ze een vraag van een journalist niet willen beantwoorden, zoals: ‘wij reageren niet op reacties’ of ‘we reageren niet op lopende procedures’. Maar op zulke zaken reageren ze soms juist wél, als het hen goed uitkomt”, vertelt Lise Witteman van Follow the Money.
Off the record
Toch heeft de dagelijkse briefing wél nut, vinden ook journalisten met kritiek. Volgens Peeperkorn moet je wel fysiek aanwezig zijn. Hij vergelijkt de bijeenkomst met een driegangenmenu. Het voorgerecht vindt plaats vóór de briefing: dan kunnen journalisten informeel met woordvoerders spreken en hun vragen voorbereiden. Het hoofdgerecht is de briefing zelf. Maar het belangrijkste onderdeel is het nagerecht: na afloop kun je een woordvoerder of diens assistent – de press officer – aanspreken. Tijdens die momenten krijg je vaak wél de informatie die je zoekt. Maar daarvoor moet je fysiek aanwezig zijn. Wie enkel via de livestream volgt, mist deze mogelijkheid.”
Maar off the record is niet wat je wilt, volgens Witteman: “On the record zeggen ze vaak iets wat helemaal niet interessant is, en off the record zeggen ze soms iets wat half interessant kan zijn, mits het on the record verteld zou worden. Die informatie verwerken in een artikel is geen eerlijke verslaggeving, omdat het dan op basis van een anonieme bron is. Het is vaak een mening verpakt als een feit, die je als journalist dan maar moet opschrijven omdat je ‘blij’ moet zijn dat de Commissie überhaupt iets heeft gezegd. Wij willen daarom alleen informatie gebruiken die on the record wordt verteld; in off the record zijn we niet geïnteresseerd.”
Meer Europees Nieuws? Neem een kijkje bij onze nieuwsbrieven en ontvang exlusieve verhalen in je mailbox.