In de tweede aflevering van de gesprekken die Tijn Sadée en ik voeren ging het over AI. Waarom is Europa zo laat? Hoe kan het dat de grote ontwikkelingen elke keer uit Amerika komen en kan de Europese Unie een verschil maken? Over dat laatste is Schaake optimistisch, maar dan moet er wel het een en ander gebeuren. Europa moet, in haar ogen, meer doen dan alleen met wetgeving reageren. Er moet nagedacht worden over wat de EU eigenlijk wil en er is geld nodig om te investeren. Dus is het goed dat geprobeerd wordt om de spelregels voor de kapitaalmarkt zo te veranderen dat het makkelijker wordt om in andere EU-lidstaten te investeren. “Anders gaan talentvolle en kansrijke startups toch naar de Verenigde Staten, omdat het daar makkelijker is om aan geld te komen.”
Selfie
De voormalige politica vindt dat er wel veel clichébeelden worden gebruikt in de discussie. Zoals dat de Europeanen van de regels zijn en de Amerikanen van de praktische uitvoering. Maar, zo geeft ze toe: “We hebben de macht en invloed wel onderschat.” In het Europees Parlement was op een gegeven moment een hoorzitting met Facebook-voorman Zuckerberg. Aanvankelijk zouden de deskundigen (de mensen uit de commissie die zich met dit onderwerp bezig hielden in het Europees Parlement) vragen stellen. Maar het werd zo’n mediacircus dat de fractievoorzitters uiteindelijk vonden dat ze hun moment moesten pakken om in de schijnwerpers te staan.
En aan het slot wilden heel veel Europarlementariërs met Zuckerberg op de foto. De selfie was net in opmars. “Ja die hoorzitting zette geen zoden aan de dijk”, blikt ze terug. “Het is ook een beetje theater.” Maar het was wel het begin van een tegenmacht, hoewel ze ook daar kanttekening bij heeft. “We hebben ons veel te veel gefocust op zaken als de AVG (persoonsbescherming) waardoor er in de politiek nauwelijks is gekeken naar wat je kan doen met data als het gaat om kunstmatige intelligentie. Ik denk dat we ons te blind hebben gestaard op die andere zaken.”
Wat nu?
De roep om onafhankelijkheid van de Amerikaanse Tech bedrijven is groot, maar wat willen we dan. En hoe afhankelijk zijn we eigenlijk? Volgens Schaake weten we dat onvoldoende. Ze pleit voor een stresstest, zoals ook bij de banken is uitgevoerd. “We moeten eerst kijken naar de plekken waar onze veiligheid in het geding is. […] Maar kijk vooral op elke universiteit, elk overheidsdepartement of culturele instelling, ziekenhuis, mediabedrijf, overal is er enorme afhankelijkheid.” Ze stelde de vraag bij de universiteit van Amsterdam (UvA): “Kunnen wij op tafel krijgen wat voor afhankelijkheid de UvA heeft? Welke contracten zijn er? Hoe lang lopen die nog? Het was eigenlijk niet te doen.”
We hebben geen inzicht is haar conclusie, ook niet op nationaal niveau. “Heel simpel, stel dat de handelsoorlog met de Amerkanen zo uit de hand loopt dat we worden afgesloten van sociale media. Kunnen we onze burgers nog bereiken? Hoe gaat het met de informatie van satellieten. Daar moet nu de focus op liggen.” Investeren is belangrijk, maar pas als je weet waarin is het nuttig, is haar stelling. Snel de prioriteiten in kaart brengen en dan komt het geld. Snelheid is wel het kernwoord, want er is nu een mogelijkheid.
Doet Europa het goed?
“Het besef is er onvoldoende. Er gaat veel aandacht naar defensie. Dat is terecht, want de geopolitieke situatie vraagt daarom. Maar de manier waarop is wel weer heel klassiek. Het gaat over tanks en de vraag of we de dienstplicht weer moeten invoeren. Allemaal heel erg urgent en belangrijk. Maar het idee dat je oorlog voert met tanks en vliegdekschepen en gevechtsvliegtuigen en uniforms en dan een hele tijd niks en dan pas technologie, is natuurlijk achterhaald. Het loopt allemaal in elkaar over.” Het is een beetje de generaals die heel goed zijn in het uitvechten van de vorige oorlog.
Ze mist politiek leiderschap. En dan komt de oud politica in haar weer even boven. “Het kan heel lang gaan over lintjes en asielzoekers en dat soort dingen. Terwijl er echt gigantische geopolitieke verschuivingen plaatsvinden. Daar gaat het wel bij het koffiezetapparaat over, wel aan de keukentafel en wel op de schoolpleinen. […] Kinderen die zich afvragen moeten wij het leger in. Collega’s die vragen, hebben jullie wel een noodpakket in huis?”