Dat terwijl Europa nog altijd te afhankelijk is van anderen voor haar chips, ziet Rogier Verberk, directeur Semicon en Quantum bij TNO (de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek). Verberk merkt wel dat de bewustwording en politieke wil in Europa om zelfstandiger te worden groeit. Hij hoopt dat Europa deze lijn doorzet naar de EU Chip Act 2.0: “Europa moet nu keuzes durven maken. We zijn geen kleine speler, maar een van de drie machtsblokken.”
De afgelopen jaren is er in Europa steeds meer aandacht gekomen voor chips, waarom eigenlijk?
“Tijdens de coronapandemie werd in Europa duidelijk hoe kwetsbaar en afhankelijk we zijn van chips. De levering stokte plotseling; chips kwamen niet meer door de douane en er lag een schip vast in het Suezkanaal. De huidige handelsoorlog met Amerika draagt op een wrange manier opnieuw bij aan die bewustwording. Het dwingt ons na te denken over strategische afhankelijkheden. Zo zijn we nu nog sterk afhankelijk van Amerikaanse bedrijven als Microsoft en Google, bijvoorbeeld voor AI en cloudplatforms.”
Is het voor Europa mogelijk om volledig onafhankelijk te worden van Amerika?
“Volledig onafhankelijk? Nee. Maar we kunnen wel zo sterk worden dat we zelf keuzes kunnen maken en niet volledig afhankelijk zijn. Soeverein betekent hier: invloed hebben. Geen hek om Europa, maar mee kunnen praten.”
“Ook China speelt een essentiële rol, vooral in de productie. De arbeidskosten zijn daar laag en de productiekracht is enorm. Die afhankelijkheid kun je niet zomaar wegnemen. Je moet strategisch omgaan met die realiteit en kijken waar Europa wél onafhankelijker in kan worden, zonder de illusie van volledige autonomie.”
“Dat betekent helder bepalen: hier kunnen wij uitblinken, dit kan de komende decennia belangrijk worden en dit andere vraagt relatief veel steun zonder veel resultaat – dat moeten we misschien laten gaan. Europa kan zeker meespelen op het wereldtoneel van chips, maar dan moeten we keuzes maken. We moeten niet alles tegelijk willen, maar focussen op onze controlepunten.”
Wat bedoelt u met controlepunt?
“Een controlepunt is een sector waarin Europa zo belangrijk is dat andere regio’s er niet omheen kunnen. Zoals ASML nu al is. Zulke bedrijven geven je geopolitieke onderhandelingsmacht. Daar moeten we in investeren. Je hoeft niet volledig soeverein te zijn, maar wel onmisbaar. Als we zulke bedrijven als Europese bedrijven gaan beschouwen, zie je dat we geen kleine speler zijn, maar een van de drie machtsblokken in de wereld.”
U zegt: “We moeten niet alles tegelijk willen.” Probeert Europa te veel tegelijk te doen?
“Toen Europa in 2023 begon met de EU Chips Act, werd er wat simpel over gedacht. Veel politici dachten: meer chips? Dan bouwen we gewoon meer fabrieken, alsof het koekjesfabrieken zijn. Maar mensen in het veld – en ik was echt niet de enige – hebben toen meteen gezegd: wacht even. Kijk eerst welke stappen bij Europa passen. Waar we meer toegevoegde waarde hebben. Wat strategischer is. En wat meer impact per euro oplevert. Want fabrieken zijn onwaarschijnlijk dure dingen om in te investeren. Voor 10 miljard heb je pas het beginnetje gemaakt.”
Heeft Europa geluisterd naar die oproep?
“Ja, dat geloof ik wel. De bewustwording is sindsdien enorm gegroeid. Je merkt dat er in Brussel inmiddels op een andere manier over wordt gesproken. Politici begrijpen beter wat deze sector inhoudt, wie de sleutelspelers zijn, en wat de geopolitieke afhankelijkheden zijn.”
“Dat zie je terug in de plannen die nu worden gemaakt in EU Chips Act 2.0. Er wordt breder gekeken dan alleen naar het bouwen van fabrieken. Europa richt zich nu meer op de dingen waarin het al sterk is, zoals chipontwerp, kennisontwikkeling, en de productie van gespecialiseerde machines en materialen.”
Europa wil voor de zomer van 2025 met deze Chips Act 2.0 komen. Waar hoopt u op?
“Ik hoop dat Europa extra aandacht besteedt aan een aantal punten. Bijvoorbeeld dat startups en doorgroeiers meer steun krijgen, onder andere via grotere investeringen, maar ook door gerichter geld te geven aan sectoren waarin we uitblinken.”
Is er momenteel dan nog niet genoeg steun vanuit Brussel?
“De politieke wil is er wel, maar het ontbreekt nog aan snelheid, samenhang en durf. Te vaak kiest men voor de makkelijke weg: Microsoft, Amazon, enzovoorts. Er is meer lef nodig om ook Europese platforms kansen te geven. Dat begint bij politieke ruggengraat. En we kunnen het echt. De hele wereld kijkt naar Europa voor innovatie. We zijn er namelijk goed in. Als we gaan geloven in die kracht en moeilijke keuzes durven te maken, dan is er nog heel veel mogelijk.”