Strolenberg (Volt) en Ruissen (SGP): ‘Geef biopesticiden de ruimte’

De oproep klinkt steeds luider: versnel de toelatingsprocedures voor biologische gewasbeschermingsmiddelen. Na werkbezoeken aan de bedrijven Biotalys in Gent en Koppert in Berkel en Rodenrijs pleit Europarlementariër Anna Strolenberg (Volt, foto) voor een grondige herziening van de huidige, verouderde, Europese regelgeving. “We willen af van chemische bestrijdingsmiddelen, maar dat lukt alleen als er snel effectieve en veilige alternatieven beschikbaar komen”, aldus Strolenberg. Ze vindt haar collega van de SGP, Bert-Jan Ruissen, aan haar zijde met deze oproep.

3 min. leestijd
Bron: Europees Parlement Europarlementarier Anna Strolenberg (Volt)

De bedrijven Biotalys en Koppert ontwikkelen, beiden op hun eigen manier, zogeheten biopesticiden. Dat zijn natuurlijke middelen die ziekten en plagen bestrijden zonder de schadelijke gevolgen van chemische pesticiden die naast de te bestrijden plantenziekte, zowel natuur als gezondheid kunnen beschadigen. Maar ondanks hun duurzame karakter, moeten deze biopesticiden zich op de markt een weg banen door dezelfde ingewikkelde, jarenlange toelatingsprocedures als de chemische voorlopers. Daar wringt iets, concluderen bedrijven en politici. “Het systeem is verouderd en belemmert innovatie”, zegt ook SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen. Hij ging zelf ook op werkbezoek bij Koppert in Berkel en Rodenrijs:  “Ondertussen verdwijnen bestaande middelen van de markt en hebben boeren geen goed alternatief.”

Bij Biotalys ontwikkelen ze pesticiden op basis van eiwitten die gericht en milieuvriendelijk schadelijke schimmels op het veld kunnen voorkomen. Koppert maakt gebruik van micro-organismen, schimmels en natuurlijke vijanden zoals sluipwespen en roofmijten om van schadelijke plagen af te komen. Zeker in gesloten teelten zoals glastuinbouw zijn die laatste technieken al goed ingeburgerd. Maar in de buitenlucht en op grotere schaal blijft de toepassing achter, vooral omdat de wettelijke toelatingen te lang op zich laten wachten.

Lange wachttijd

Daarom pleiten Strolenberg en Ruissen voor een snelle aanpassing van de regels. De Europese voedselveiligheidswaakhond (EFSA) is verantwoordelijk voor het controleren van nieuwe pesticiden. En daarbij baseren ze zich op wetgeving die inmiddels decennia oud is, uit een tijd waarin biopesticiden nog science fiction waren. Dat levert lange wachttijden op want chemische pesticiden kunnen gevaarlijk zijn en moeten dus goed gecontroleerd worden, in tegenstelling tot biopesticiden, die uit natuurlijke stoffen bestaan. De lange wachttijden komen overigens niet alleen door ingewikkelde procedures, maar ook door een gebrek aan personeel bij EFSA en de toelatingsinstanties in de EU-landen. 

De bedrijven die biologische middelen ontwikkelen, trekken al langer aan de bel. Volgens hen worden ze beoordeeld met regels die zijn ontworpen voor een andere tijd en een ander type product. Zo duurt het jaren om een biologische werkzame stof goedgekeurd te krijgen, zelfs als die volledig natuurlijk is en geen risico vormt voor mens, dier of milieu. “Terwijl boeren in Zuid-Amerika al volop gebruik maken van deze middelen, blijft Europa achter door zijn eigen traagheid,” klinkt het uit de sector.

‘Pas de regels aan’

De Europese branchevereniging voor biologische bedrijven, heeft inmiddels een voorstel op tafel gelegd om de verouderde wetgeving, die het toelatingsproces regelt, aan te passen. Volgens de sector moeten biopesticiden een eigen traject krijgen, met kortere doorlooptijden, ruimere mogelijkheden voor voorlopige toelating en automatische erkenning in alle lidstaten, zodra een product eenmaal is goedgekeurd. Ook moet de Europese voedselveiligheidsautoriteit worden versterkt met experts en moeten bestaande middelen niet telkens opnieuw gecontroleerd worden.

De frustratie daarover groeit. “Je hoort het in elk gesprek dat ik voer met boeren”, zegt Strolenberg. “Ze willen best overstappen op duurzame middelen. Maar dan moeten die er wel zijn en betaalbaar en effectief zijn.” Anders nemen ze dat risico niet. Strolenberg ziet dan ook heil in de voorstellen van sector. Ze wil af van chemische pesticiden en daar zijn nou eenmaal alternatieven voor nodig. Geef bedrijven als Biotalys en Koppert dan ook een kans, is haar boodschap. 

Voor Ruissen is het ook helder: Hij wil blijven investeren in alternatieven voor chemische pesticiden, maar wel met beide benen op de grond. “Je kunt niet alle bestaande middelen schrappen zonder dat er iets voor in de plaats komt.”