De vraag is: wat is haalbaar en wat is luchtfietserij? Het ligt niet helemaal zwart-wit, er is meer haalbaar dan op het eerste gezicht lijkt.
Waar beginnen we?
Met de opt-out. De allereerste uitzondering om niet mee te hoeven doen aan Europese afspraken, werd gemaakt in Maastricht in 1991. De Britten kregen de toezegging dat ze niet mee hoefden te doen aan de euro. Ze mochten gewoon in Ponden blijven betalen. Een jaar later kregen de Denen eenzelfde uitzonderingspositie van de overige regeringsleiders.
Een paar jaar later, in 1995, kregen opnieuw de Britten, de Denen en de Ieren een opt-out over vrij verkeer van personen, asiel en immigratie. En de Britten kregen eind 2015, begin 2016 een opt-out van de andere regeringsleiders op sociaal gebied. Dat ging vooral over sociale rechten voor migranten. Toenmalig premier Cameron dacht dat hij zo voldoende had binnengesleept om het Brexit-referendum te winnen (dus blijven). Het bleek een misrekening.
Er zijn dus mogelijkheden om ergens onderuit te komen, maar daar heb je wel de steun van de andere regeringsleiders voor nodig. En dat is lastiger dan in de vorige eeuw; immers er zitten nu 27 leiders om tafel. En als er een opt-out voor één land komt, willen andere lidstaten ook wel ergens van een afspraak af.
In Brussel wordt gezegd dat strikt formeel het verdrag moet worden gewijzigd, maar daar is niet iedereen het over eens. Hoewel de Europese Commissie, die formeel moet toezien of de verdragen (de afspraken) worden nageleefd, zegt dat het absoluut niet kan. “Gewoon even opt-outen is er niet bij”, aldus een woordvoerder.
Wat helpt bij een opt-out is een goede relatie van de premier met de andere regeringsleiders. Wie het ook wordt, de nieuwe premier heeft wel als handicap dat het een partijloze vrouw of man wordt. Dat is lastig omdat je dan niet bij voortopjes van andere liberale, christendemocratische of sociaaldemocratische premier alvast het één en ander in de week kan leggen.
Dan de landbouw
Daar verwachten de coalitiepartijen vrij veel van. Zo moet de stikstofnorm, oftewel de maximale hoeveel stikstof die in de natuur terecht mag komen, worden geschrapt. De Natura 2000-gebieden moeten op de schop, en er moeten meer op de regio’s toegespitste maatregelen komen.
Hoewel het lijkt alsof de afspraken in beton gegoten zitten, is er ook hier wel enige ruimte. Maar het gaat niet vanzelf. Nederland moet bijvoorbeeld met een waterplan komen waarin precies staat waar nog steeds sprake is van teveel vervuiling en wat er aan gaat gebeuren. In die plannen moet ook staan waar het al beter gaat. Alleen echte cijfers (dus geen ramingen) mogen daarbij gebruikt worden.
Er is echter één heel belangrijke máár. De som moet wel positief zijn. Oftewel: als de nieuwe regering het land wil opdelen, mag dat niet tot meer vervuiling leiden. De hoeveel stikstof die in de natuur terechtkomt, mag niet omhoog. Dat is namelijk wettelijk vastgelegd.
Het zal dus eerder een verschuiving zijn waarbij bepaalde gebieden meer lucht krijgen, maar in andere gebieden zullen dan strengere normen gaan gelden. Bovendien accepteert de Europese Commissie geen hypotheek op de toekomst. Technologie kan helpen, zodat mest schoner wordt. Maar pas als echt bewezen is dat het helpt, houdt Brussel er rekening me.
Staan we langs de zijlijn?
Dat is de vraag. Het hoofdlijnenakkoord kleurt redelijk binnen de lijntjes van de thema’s die op dit moment in Europa spelen. Zo is er steun voor Oekraïne, komt er meer geld voor defensie en dan vooral de defensie-industrie. Bij het voorgestelde migratiebeleid is Nederland wel strenger. Dat zorgt al voor zorgen bij onder meer Duitsland, waar ze vrezen dat er nu meer asielzoekers komen omdat ze Nederland wellicht gaan mijden.
Als we kijken naar de samenstelling van de regeringen in de verschillende Europese landen zien we dat de christendemocraten (EVP) nog steeds in de meerderheid zijn met tien regeringsleiders. De liberalen en de sociaaldemocraten hebben er ieder vijf. En er zijn vijf onafhankelijken. Slechts twee zijn lid van de conservatieve ECR-groep. Dit zijn nog de oude cijfers, als Rutte vertrekt zijn er vier liberalen en zes onafhankelijken.
Ook van de Italiaanse premier Meloni werd gezegd dat ze het moeilijk zou krijgen, maar daar is tot op heden niet veel van gebleken. De vraag is wel of Nederland, dat onder de laatste kabinetten van Rutte vaak een bemiddelende rol speelde, dit nog kan volhouden, of dat het veel meer de botte bijl van Wopke Hoekstra gaat hanteren.
Hoekstra (en daarvoor Dijsselbloem) zocht namelijk vaak de confrontatie met de zuidelijke landen. Dat zal op financieel gebied waarschijnlijk de lijn worden. In het hoofdpijnenakkoord staat al een forse bezuiniging ingeboekt voor de volgende begroting. Op zich valt er wel steun te krijgen voor minder geld naar de EU, maar veel landen (vooral de ontvangers) kijken daar altijd net iets anders tegen aan.