“Onbetaalbare huizen, een waardeloze rente op de spaarrekening en torenhoge consumentenprijzen. Het zijn de dagelijkse kopzorgen voor veel mensen.” Zo begint het opiniestuk op NieuwRechts. De schrijvers stellen dat deze problemen komen door de Europese Centrale Bank (ECB). Als je dat problematisch vindt, moet je ook de bank erop afrekenen, aldus de auteurs.
Ordinair geld bijdrukken
Het eerste probleem dat de schrijvers hebben met het beleid van de ECB is de zogeheten ‘kwantitatieve versoepeling‘. In 2015 is de ECB daarmee begonnen. Kwantitatieve versoepeling is het grootschalig kopen van obligaties door de ECB. Dat zorgt voor een enorme geldinjectie in de Europese markt. “Een chique naam voor ordinair geld bijdrukken,” zoals Hoogeveen en Wanningen het noemen. Het doel was om de economieën weer op gang te krijgen, aangezien de traditionele manieren van de ECB niet meer werkten.
De markt blijven injecteren met geld kan ook voor inflatie zorgen. Daar waarschuwden Hoogeveen en Wanningen de president van de ECB, Christine Lagarde, dan ook voor. “Dit werd stelselmatig door mevrouw Lagarde weggewuifd.” Nu de ECB de rente omhoog gooit om de inflatie onder controle te krijgen, vinden Hoogeveen en Wanningen het te laat.
Kritiek op de aanpak van ‘kwantitatieve versoepeling’ is niet onbekend in de economische wereld. Zo heeft onder andere Bas Jacobs, econoom en docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, ook kritiek geschreven over kwantitatieve versoepeling. Ook hij stelde dat het beleid zal leiden tot meer inflatie en wilde dat de ECB daarom zijn doelstelling van 2 procent inflatie zou verhogen.
Belastingbetaler en spaarder de klos
Maar dat is niet het enige probleem dat de schrijvers zien met dit beleid. Eerst maakten commerciële banken zoals ING en Rabobank verlies over hun geldreserves, maar door de renteverhoging boeken ze allemaal miljarden winsten. Het zijn nu juist de centrale banken, zoals de Nederlandse centrale bank DNB, die grote verliezen draaien op hun geldreserves. De president van de DNB, Klaas Knot, wil dat de Nederlandse overheid in de bres springt voor het geldverlies. Volgens Hoogeveen en Wanningen komt dus de uiteindelijke rekening terecht bij de Nederlandse belastingbetaler.
Er is een groep altijd de klos: de spaarder. “Jarenlang opgezadeld met negatieve rentes en nu al enkele jaren historisch hoge inflatie,” schrijven Hoogeveen en Wanningen. Vooral lage- en midden-inkomens worden zwaar getroffen door het beleid.
Terug naar de kern
“Hoe gaat Nederland uit deze vicieuze cirkel komen en hoe voorkomen we dat in de toekomst dezelfde fouten worden gemaakt?” Is de vraag die de Europarlementariër en econoom zich hardop afvragen. Ze willen dat de ECB weer een onafhankelijke centrale bank moet zijn. Ze vinden de bank te politiek geworden om hoge schulden houdbaar te houden.
De ECB moet weer terug naar één mandaat: de prijzen stabiliseren. De schrijvers benoemen dat de ECB verantwoording aan het Europees Parlement moet afleggen. Omdat daar ook de belangen van de EU-burgers worden vertegenwoordigd, moeten die van zich laten horen. “Laat de Europese verkiezingen van 2024 dus ook een referendum over de prestaties van de ECB zijn. De verkiezingen moeten duidelijk maken dat het huidige beleid van de bank niet zo door kan gaan,” vertelt Michiel Hoogeveen. De ECB is een onafhankelijke bank, maar krijgt zijn mandaat en sturing vanuit de politiek. Zo richt de bank zich veel op duurzaamheid omdat dat de huidige wens is vanuit de politiek. Michiel Hoogeveen wil daarvan af en terug naar alleen prijsstabiliteit.
JA21 acht zichzelf de meest prominente ECB-kritische partij in Nederland, maar ziet daarin ook steun van andere partijen zoals NSC. Die partij heeft ook in zijn verkiezingsprogramma staan dat de bank terug moet naar zijn mandaat van inflatie beperken.