150 Nederlandse mariniers naar Bosnië en Herzegovina

Die moeten ervoor zorgen dat de etnische spanningen niet opnieuw voor een gewelddadige uitspatting zorgen.

2 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Bosnië en Herzegovina heeft een woelig jaar achter de rug. Het land trok in oktober naar de stembus, wat eindigde in wederzijdse beschuldigingen van verkiezingsfraude door de verschillende partijen. Eerder dat jaar riepen politieke leiders uit het Servische deel van Bosnië en Herzegovina ook al op om zich af te splitsen van de rest van het land. Het was geleden van de bloedige burgeroorlog van de jaren ’90, waarbij 100.000 doden vielen, dat de etnische spanningen nog zo hoog opliepen.

Maar volgens EUFOR Althea, een militaire alliantie van voornamelijk EU-landen die gestationeerd zijn in het land, zou de situatie ondertussen weer “relatief stabiel” zijn. Toch wil de alliantie troepen aanwezig houden die separatistische leiders moeten “afschrikken” om de daad bij het woord te voeren.

Daarvoor stuurt Nederland nu 150 mariniers voor één jaar naar Bosnië en Herzegovina. Ook trekken er nog eens 10 Nederlandse militairen mee die inlichtingen moeten verzamelen. Zij zullen twee jaar blijven. 

“Nederland en de EU hebben een direct belang bij stabiliteit op de Westelijke Balkan. Voor Nederland genoeg redenen een bijdrage te leveren aan EUFOR Althea”, vertelt minister van Defensie Kajsa Ollongren. 

In een brief die Ollongren samen met minister voor Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra aan de Tweede Kamer schreef, uit ze wel haar zorgen over de toenemende Russische invloed in de regio: “Rusland heeft baat bij een instabiel Bosnië en Herzegovina om verdere toenadering tot de EU en de NAVO te voorkomen en zijn eigen invloed op de Balkan te vergroten.”