“We moeten de gekte van onze wegwerpsamenleving repareren,” zei Kim van Sparrentak (GroenLinks) in het debat over het opstellen van reparatieregels. Want een telefoon die kapot is, moet wel makkelijk gemaakt kunnen worden. Nu is repareren bijna even duur als een nieuw toestel kopen.
In het voorstel voor reparatierechten staat dat fabrikanten producten moeten maken die gerepareerd kunnen worden, maar ook dat ze de consumenten moeten informeren over de repareerbaarheid van elk apparaat. Het was geen onconventioneel voorstel. Met een grote meerderheid van 509 stemmen werd voor de resolutie gestemd, maar drie Europarlementariërs stemden tegen en dertien leden onthielden zich van de stemming.
Repareren is een recht
Van Sparrentak was dus niet de enige die er zo over dacht. Ook Nederlandse Europarlementariërs Lara Wolters (PvdA) en Jan Huitema (VVD) stemden voor. Garantietijd tot twee jaar op een koelkast die meer dan acht jaar mee kan? Dat kan beter volgens Huitema.
Ook voor Wolters was het belangrijk om voor te stemmen, want repareren is immers een recht volgens de PvdA’er. “We willen toe naar een duurzamere economie. Daarvoor is het essentieel dat losse onderdelen van producten makkelijker en goedkoper te vervangen zijn. Ook moet het bij de aanschaf van een product duidelijker zijn hoe lang producten meegaan.”
Met het instemmen voor deze resolutie geeft het Europees Parlement een impuls aan de Europese Commissie voor het opstellen van reparatieregels. Twee weken geleden presenteerde Eurocommissaris Frans Timmermans het beleid om de ‘wegwerpeconomie’ aan te pakken. Rond het derde kwartaal wordt verdere uitwerking verwacht.
