Nederland wil geen Europese bemoeienis met vrouwen in raden van bestuur

2 min. leestijd

15 jaar. Zo lang wordt de richtlijn voor vrouwen in raden van bestuur al door de Europese Raad geblokkeerd. Nederland wil namelijk niet. Ondanks inspanningen om vooruitgang te boeken, heeft de Raad nog altijd geen standpunt vastgelegd over deze richtlijn. In het kader van de Week van de gendergelijkheid organiseerde de parlementscommissie Juridische Zaken daarom een gedachtewisseling om schot in de zaak te krijgen. 

Werk aan de winkel

Het initiatief kwam van Europarlementariër Lara Wolters (PvdA), co-rapporteur op het wetsvoorstel: “Vrouwelijke bestuurders, dat is helaas geen nieuw onderwerp. Vorig jaar hebben we een hoorzitting gehad over hetzelfde onderwerp. Er is niks veranderd”. Dat komt volgens Wolters omdat er nog altijd geen consensus is tussen de lidstaten in de Raad. De Europese Commissie presenteerde in januari haar strategie voor meer gendergelijkheid.

Toch is Wolters hoopvol: “Er zijn wel signalen dat we optimistisch mogen zijn. In Nederland is er niet zo lang geleden wetgeving aangenomen op advies van de Sociaal-Economische Raad.” 

Ook bleek uit onderzoek van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) dat Nederland – samen met Litouwen en Luxemburg – het afgelopen jaar de meeste vooruitgang in Europa heeft geboekt op het gebied van gendergelijkheid. Dat terwijl in de rest van Europa vrijwel geen vooruitgang is geboekt.

Nederland staat met 75.9 punten op de derde plaats in Europa als het aankomt op gendergelijkheid. Boven ons staat Denemarken op twee (77,8) en Zweden op één (83,9). Wel blijft volgens de studie de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen het grootst in leidinggevende posities in Europa.

Nationaal niveau

Toch moeten ook vraagtekens worden gesteld, vindt Europarlementariër Samira Rafaela (D66). Nederland stemt op Europees niveau namelijk tegen dergelijke wetgeving rond genderdiversiteit in bedrijven. Waarom?

Het heeft alles te maken met het subsidiariteitsbeginsel. Daarin staat dat een actie pas op Europees niveau ondernomen mag worden als die actie niet net zo goed (of beter) op nationaal, regionaal of lokaal niveau kan plaatsvinden.

Het Nederlands kabinet wil niet dat de richtlijn voor vrouwen in bestuursraden op Europees niveau wordt geregeld, en diende daarom een subsidiariteitsbezwaar hiervoor in bij de Europese Commissie.

Aangezien er tussen de lidstaten grote verschillen zijn met betrekking tot gendergelijkheid, heeft Nederland de voorkeur om het op nationaal niveau te regelen. En Nederland is daar niet de enige in, Duitsland denkt er bijvoorbeeld hetzelfde over.

De volledige gedachtewisseling van de parlementscommissie Juridische Zaken over gendergelijkheid is hier terug te kijken.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie