Aan de zuidrand van Drenthe, in het noorden van Nederland dicht bij de Duitse grens, werkt Emmen aan een duidelijke missie: de stad wil een Europese koploper zijn voor duurzame en circulaire industrie. Tussen de buizen, leidingen en fabriekscomplexen wil de gemeente ruimte maken voor bedrijven die met nieuwe materialen en waterstof aan de industrie van de toekomst bouwen.
Wethouder Guido Rink ziet dat als een noodzakelijke stap. Volgens hem gaat Emmen zich ontwikkelen tot een regio waar de industrie “op een duurzame manier kan groeien”. Op die manier blijft de industrie concurrerend en blijft de productie toekomstbestendig.
Europese context
De ambitie van Emmen past in een bredere Europese context. De Europese industrie staat onder druk door concurrentie uit landen als China, waar grondstoffen en productie veel goedkoper zijn, en uit de Verenigde Staten, waar energieprijzen veel lager liggen dan in de EU. Producten van buiten Europa zijn zo dus vaak goedkoper. Daarom is het steeds moeilijker voor Europese, en dus Nederlandse bedrijven, om te concurreren.
Europa zoekt dus naar manieren om de eigen industrie te versterken en tegelijkertijd te vergroenen. De Europese Commissie, geïnspireerd door het rapport van Mario Draghi, waarschuwt dat Europa haar industrie verliest als er niet stevig wordt ingezet op verduurzaming én op strategische autonomie. Dat laatste om onafhankelijk te zijn van grote machten die niet schuwen die afhankelijkheid te misbruiken.
Het daalt allemaal neer in Emmen. De gemeente draagt haar steentje bij aan de Europese doelstellingen met plannen die aansluiten bij Europese prioriteiten zoals circulaire kunststofketens, groene chemie en waterstofinfrastructuur.
Nieuwe identiteit
En die industrie is voor Emmen juist heel belangrijk. Emmen was lange tijd het centrum van de veenarbeid. Veenstekers werkten in zware omstandigheden in de omliggende veengebieden. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Emmen zich tot een regio waar textiel- en polymerenbedrijven zich vestigden. Latere kunststofproducenten maakten Emmen tot het hart van de polymeerindustrie, bekend van garens, vezels en de productie van onder meer panty’s, kogelwerende vesten en auto-interieur. Die industriële basis legde de basis voor het huidige innovatieve chemische cluster en duurzame kunststofbedrijven.
Die industriële geschiedenis vormt nog steeds de regionale identiteit, maar Emmen kent, zoals veel gemeenten buiten de Randstad, ook de uitdaging om inwoners, vooral jongeren, te behouden. De gemeente profileert zich als maakregio en koploper in circlaire en bio-kunststoffen: een plek waar bedrijven hoogwaardige producten maken, waar opleidingen bij aansluiten en waar carrières in de buurt kunnen worden opgebouwd. Rink wijst erop dat Emmen de afgelopen jaren onder het landelijk gemiddelde in werkloosheid is gekomen, mede dankzij de inzet van de gemeente om nieuwe bedrijven aan te trekken en omscholing. De regio wil daarmee talent behouden en juist jonge gezinnen aan te trekken.
Industriepark
In de omslag naar een duurzamere economie speelt het GETEC-industriepark een belangrijke rol. Het terrein van 115 hectare huisvest zware chemie, kunststofproducenten en maakbedrijven, en is volgens beheerder GETEC ingericht om circulair te werken. Directeur René Hartman legt uit dat het park zelf zaken levert zoals elektriciteit, stoom, perslucht en gezuiverd water, en dat bedrijven hierdoor zonder onderbrekingen kunnen produceren. Omdat het terrein zijn eigen energie opwekt en zelf water zuivert, kan het zelfs als eilandbedrijf functioneren wanneer het landelijke net uitvalt. “Betrouwbaarheid is cruciaal”, zegt Hartman. “Een productielijn die stilstaat, kost miljoenen.”
Op het industriepark worden reststromen tussen bedrijven uitgewisseld. Afvalwater uit de zuiveringsinstallatie van GETEC wordt gebruikt door Paques Biomaterials, dat er biologisch afbreekbare materialen mee maakt. Reststromen van DSM kunnen dienen als input voor andere processen op het terrein. Ook wordt onderzocht hoe restwarmte kan worden benut, ook in samenwerking met omliggende partijen zoals de dierentuin.
Samenwerking
GETEC en de gemeente werken nauw samen. De gemeente bepaalt via bestemmingsplannen welke bedrijven op het terrein passen en bewaakt de milieuruimte, terwijl GETEC zorgt voor de technische infrastructuur, energievoorziening en ondersteuning. Beide partijen hebben belang bij een terrein waar hoogwaardige maakindustrie kan groeien. De gemeente profiteert van economische ontwikkeling en werkgelegenheid, GETEC van bedrijven die langere tijd op het park willen investeren. Zo bouwen ze gezamenlijk aan een ecosysteem dat niet alleen voldoet aan de vraag van bedrijven, maar ook aan Europese beleidsdoelen.
Dat maakt het industriepark belangrijk voor de bredere missie van de gemeente. Emmen ziet in GETEC een motor voor duurzame groei, maar ook een manier om industrie en dus mensen te behouden.
Waterstof
Om die duurzame groei te realiseren, moet er nog wel het een en ander gebeuren. Bedrijven willen verduurzamen, maar de voorwaarden zijn niet altijd aanwezig. De gemeente ziet bijvoorbeeld dat de transitie naar waterstof en circulaire productie moet versnellen. Waterstof is nu nog te duur en de beschikbaarheid te beperkt. Terwijl waterstof de industrie in en rond Emmen enorm zou kunnen helpen.
Tegelijkertijd groeit het aantal bedrijven dat interesse toont in de regio. Investeringen en daadkracht zijn nodig, stelt de gemeente. Voor dat duwtje in de rug kijkt Emmen nadrukkelijk naar Europa. Bedrijven willen alleen investeren als beleidskaders niet worden teruggedraaid.
Rink pleit daarom voor consistente regelgeving, want alleen dan willen bedrijven investeren. Hij wijst op voorbeelden zoals het nationale besluit om de bijmengverplichting van gerecycled plastic te schrappen, terwijl bedrijven hier al op inspeelden. Of de Omnibus-pakketten in Brussel die al goedgekeurde regels weer terugdraaien, terwijl bedrijven juist zekerheid nodig hebben. Ook vindt hij dat Europa moet helpen bij het creëren van een markt voor duurzame producten, zodat investeringen niet alleen technisch, maar ook economisch haalbaar worden. Dat kunnen overheden bijvoorbeeld doen via publieke inkopen.
De toekomst
Voor Emmen zijn komende jaren het moment van de waarheid. Waar het veengebied ooit veranderde in een textiel- en polymerencentrum, transformeert het nu naar een duurzame industrie dat past bij de Europese ambities en tegelijkertijd de eigen regio versterkt. De stad kijkt vooruit en doet dat met een geschiedenis van ingrijpende veranderingen in het achterhoofd. De verwachting is dat de koers zijn vruchten afwerpt en een stevige plek in de economische toekomst van Europa oplevert.