De Europese Blue Card krijgt een update. Met deze kaart kunnen bedrijven hooggekwalificeerde werknemers van buiten Europa aannemen. Nederlandse bedrijven deden in het verleden amper een beroep op de Blue Card, maar deze aanpassingen zullen daar verandering in brengen, verwacht Europarlementariër Jeroen Lenaers (CDA).

“De Europese Blue Card was aan herziening toe”, zegt Lenaers. Bijna alleen Duitsland maakte er gebruik van. Knappe koppen die kunnen werken met kwantumcomputers en kunstmatige intelligentie zijn essentieel voor een innovatieve Nederlandse economie. Ondanks dat maken we weinig gebruik van het Europese Blue Card-systeem en dat is een gemiste kans, aldus Lenaers.

Eigen regeling

Nederland haalt hoogopgeleide werknemers vooral binnen via de Nederlandse kennismigrantenregeling. Dat ondanks een uitspraak van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, dat Nederland de kansen die arbeidsmigratie van buiten de EU biedt, niet voldoende benut.

Nu de Blue Card is vernieuwd, is het gebruik ervan aantrekkelijker, volgens Lenaers. “Met de Amerikaanse Green Card kun je werken in heel Amerika. Maar met de Europese kaart was het heel omslachtig om in verschillende landen te werken. Als je een kaart kreeg voor Nederland kon je alleen naar Nederland. Terwijl die interne markt Europa zo aantrekkelijk maakt.”

Minimumloon

Ook is de minimum inkomensdrempel voor een Blue Card verlaagd. Eerst moest de nieuwe werknemer 150 procent van het gemiddelde cao-loon verdienen. Nu mogen lidstaten zelf die grenzen bepalen, zolang die maar tussen de 100 procent en 160 procent van het gemiddelde cao-loon ligt. Ook is het gemakkelijker geworden om verblijfsrechten op te bouwen.

Nu is het aan Nederland om deze regels toe te passen. “Het staat Nederland vrij om de Blue Card te gebruiken. Het is eigenlijk een dienst van de EU. Ze kunnen ook hun eigen regeling gebruiken”, benadrukt Lenaers. “Uit de praktijk zal blijken of de Europese kaart meer mensen kan lokken naar Nederland.”