De belangrijkste dwarsligger is Hongarije, dat voor z’n energievoorziening grotendeels afhankelijk is van Rusland. De Hongaarse premier Orbán wil ministens 700 miljoen euro compensatie omdat hij bij een boycot aangewezen is op olie die via de Adriatische Zee naar zijn land moet komen. En daarvoor zijn nieuwe pijpleidingen nodig. Bovendien is die olie anders van samenstelling waardoor de raffinaderijen (die de olie geschikt maken als brandstof) grondig moeten worden verbouwd of zelfs helemaal vernieuwd. Ook andere landen moeten nieuwe raffinaderijen bouwen om zo de olie te kunnen gebruiken.
Hongaren
Het probleem is dat Hongarije op dit moment ook in de beklaagdenbank zit. Het land krijgt voorlopig geen geld uit het zogenoemde coronaherstelfonds, vanwege het schenden van een groot aantal basisregels van de rechtsstaat, zoals onafhankelijke rechtsspraak en vrije media. Minister Hoekstra is niet van plan om daarmee te marchanderen. Maar hij wil de discussies los van elkaar zien. “De waarden van de gemeenschap zijn niet onderhandelbaar”, laat hij scherp horen na afloop van de vergadering.
“Maar”, zo zegt hij bijna in één adem, “we moeten er wel samen uitkomen. We vormen een unie en proberen het met elkaar te doen.” Hongarije kan dan compensatie krijgen voor het feit dat ze op een heel andere manier aan olie moeten komen, maar krijgen nog steeds een tik op de vingers door het geld uit het coronaherstelfonds op de plank in Brussel te laten liggen.