“Europa mag geen digitale kolonie worden.” Met die woorden opent de Duitse Europarlementariër Axel Voss de vergadering over artificiële intelligentie, kortweg AI. De technologie die zich bezighoudt met de ontwikkeling van machines met menselijke vaardigheden –  zoals leren, plannen en zelfs redeneren – biedt veel kansen, maar brengt ook veiligheidsrisico’s met zich mee. Het Europees Parlement buigt daarom het hoofd over een nieuw rapport van de speciale commissie over Kunstmatige Intelligentie. Rode draad: wat kan en moet Europa de komende jaren doen om op een verantwoorde manier te investeren in AI?

Stofzuiger met ogen

Bij artificiële intelligentie denken sommigen misschien aan pratende robots of de film Her. Toch is het veel breder dan dat en kun je AI terugvinden in je wasmachine, auto en zelfs in stofzuigers met internetverbinding. AI is dan ook vooral bedoeld om technische systemen de mogelijkheid te geven om hun omgeving waar te nemen en daardoor beter te functioneren. 

Maar niet zonder gevaar, weet ook Europarlementariër Paul Tang (PvdA): “Artificiële Intelligentie biedt veel kansen voor economische innovatie, maar kan daarnaast voor gevaarlijke doelen gebruikt worden.” Een voorbeeld daarvan zijn de bewakingscamera’s die werken met gezichtsherkenning in publieke ruimtes.”

Grenzen stellen

De technologie zit in de lift en dus moet er ook passende wet- en regelgeving zijn. De speciale subcommissie over AI heeft daarom een rapport opgesteld met aanbevelingen en waarschuwingen. Het moet de opstap worden voor de allereerste AI-wetgeving wereldwijd. 

Althans, als het Europees Parlement instemt met de tekst van de AI-commissie: “Individuen mogen niet tot streepjescodes worden gemaakt. Daarom moeten we het gebruik van AI voor automatische gezichtsherkenning in de publieke ruimte verbieden. De stemming van vandaag biedt die kans.”

De stemming is om 14:00 uur, waarna een persconferentie gehouden zal worden om 16:30 uur.